United States or Zambia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mattia, die erg verlangde om eens eene gevangenis te zien, ging met mij mede; bovendien stelde ik er prijs op, dat hij den man zou leeren kennen, die twee jaar lang zulk een goed vader voor mij geweest was. Ik kende thans het middel om in de gevangenis van Clichy te worden toegelaten en wij bleven nu niet zoolang voor de groote poort wachten, als toen ik de eerste maal Acquin wilde bezoeken.

Ik ben niet lui, dat weet ge wel en ik heb mij ook nooit beklaagd, dat ik te veel werk had. Bij u zou ik zooveel gewerkt hebben als ik kon, en ik zou altijd bij u gebleven zijn, maar ik wil niet bij een ander in dienst gaan. Ik zeide deze woorden zeker op zonderlingen toon, want vader Acquin zag mij aan zonder te antwoorden.

Maar zoo ik dit leven varen liet, dan schoot mij slechts één ding over wat vader Acquin mij ook aan de hand gedaan had een dienst zoeken, en ik wilde niet in dienst gaan.

Wat mij nog eer besluiten deed, bij mijn voornemen te blijven om een vrij leven te leiden, was de belofte, die ik aan de kinderen van Acquin had gedaan, want dan zou ik ze aan hun lot moeten overlaten. 't Is waar, zij konden zeer goed buiten mij, want zij zouden elkander kunnen schrijven; maar Lize! Lize niet, want zij kon niet schrijven en tante Katherina evenmin.

Door vader Acquin als kind aangenomen en door zijn zoons als een broeder beschouwd, zou ik waarschijnlijk mijn levenlang op de Glacière gebleven zijn, zoo er niet een gebeurtenis plaats had gegrepen, die plotseling weder een verandering in mijn leven bracht; want het stond geschreven, dat ik niet lang gelukkig zou kunnen zijn, en dat juist wanneer ik meende het zekerst van mijn rust te zijn, het oogenblik was aangebroken, waarop ik weder, door omstandigheden onafhankelijk van mijn wil, tot een leven vol avonturen en zonderlinge lotgevallen zou terugkeeren.

Hier viel niets tegen te zeggen, want wij wisten allen, dat de glazenpannen het fortuin van den tuinman uitmaken, en wanneer de wind ze breekt, dit zijn ondergang is. Ik ga alvast vooruit, zeide vader Acquin; Benjamin en Alexis zullen met mij medegaan. Rémi, Martha en Lize volgen ons dan wel. En zonder meer te zeggen, vertrok hij in allerijl, met niet minder haastigen tred door ons gevolgd.

Het was een ramp, zóó groot dat wij nauwelijks erover durfden nadenken; maar nog vreeselijker waren de gevolgen, welke zij na zich sleepte. Spoedig vernam ik door Martha en de jongens, dat hun vaders wanhoop zeer te verklaren was. Tien jaar geleden had Acquin dezen tuin gekocht en er zelf het huis naast gebouwd.

Ik was zelf geen groot meester, maar wanneer meester en leerling het met elkander eens zijn, is dit dikwijls meer waard dan talent. Welk een vreugde was het, toen zij eenige lijnen kon zetten, waaruit men kon opmaken, wat zij voorstellen wilde! Vader Acquin drukte mij toen een kus op het voorhoofd. Ik had wel een grooter domheid in mijn leven kunnen begaan dan u in huis te nemen, zeide hij.

Men liet ons in een spreekvertrek en weldra verscheen vader Acquin. Reeds op den drempel opende hij zijn armen voor me. O, wat een goede jongen ben je toch, Rémi, je bent een beste jongen! riep hij uit. Ik vertelde hem dadelijk alles wat ik wist van Lize en Alexis en toen ik hem wilde uitleggen, waarom ik niet bij Martha was geweest, viel hij mij in de rede met de vraag: En je ouders?

In mijn dorp had ik de boeren menigmaal aan het werk gezien, maar ik had in het minst geen denkbeeld van den moed en de inspanning, welke de arbeid van de tuinlieden in den omtrek van Parijs vereischt, die 's morgens nog vóór het opkomen der zon reeds moeten opstaan, en eerst laat in den avond zich ter rust kunnen begeven, zich geheel aan hun werk wijden en daarvoor hun beste krachten inspannen; ik had ook het land zien bebouwen, maar ik wist niet hoeveel schatten dit kon voortbrengen, indien men het voortdurend bewerkte: ik was in een goede leer bij vader Acquin.