Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juli 2025


Toen de abdis zich aldus betrapt zag, veranderde zij van toon en kwam tot het besluit, dat het onmogelijk was zich tegen de prikkelingen van het vleesch te verweren en daarom zeide zij, dat elk heimelijk, gelijk het tot dien dag gebeurd was, de kans moest waarnemen.

ANTIPHOLUS VAN EPHESUS. 't Is waar, mijn vorst, dien ring heb ik van haar. HERTOG. En zaagt gij hem de abdij hier binnengaan? COURTISANE. Zoo zeker, heer, als ik uw hoogheid zie. HERTOG. 't Is wondervreemd; ga, roep de abdis nu hier; Gij speelt een spel, of uw verstand loopt spelen.

Kan deze abdis HADEWYCH, aan wie THOMAS VAN CANTIMPR

Dus: voor uw ijverzucht Nam wis uws mans verstand in 't eind de vlucht. LUCIANA. Wat ze ooit verweet, zij deed het zacht, ja schuw; Al was ook zijn gedrag wild, woest en ruw. Wat hoort gij haar verwijten, en zegt niets? ADRIANA. Zij heeft mij bitter zelfverwijt gewekt. Naar binnen, vrienden! haalt mijn man nu hier! ABDIS. Neen, neen; geen schepsel treedt mijn woning binnen.

"Dat was mijn plan. Er is een groot klooster in Valladolid waarvan ik abdis zou worden ik zou het rijk begiftigd hebben " "Gij abdis?" "Ja. Zie ik er niet gestreng uit?" schertst de gelukkige Hermoine. "Misschien had ik mij toch nog bedacht. Ik begon reeds genoeg te krijgen van het gebedenboek. Maar nu denk ik niet meer over middernachtelijk waken o, Guido mio zeg mij, dat het geen droom is."

De abdis, die in het kapittel den hoofdzetel innam, begon in tegenwoordigheid van al de nonnen, die allen de schuldige aankeken, haar den grootsten smaad toe te voegen, daar zij de heiligheid, de eerbaarheid en den goeden naam van het klooster met haar schandelijke en laakbare daden had bevlekt. Bij de beleediging voegde zij de ernstigste bedreigingen.

Alles leidt er ons dus toe, de dichteres HADEWYCH te zoeken in een Cisterciënser-klooster. Nu is het natuurlijk mogelijk, dat er in de abdij van Aywiéres of elders eene Cisterciënser-non heeft geleefd, eveneens HADEWYCH genaamd en naar den geest verwant met al de hierboven genoemde vrouwen; doch waarschijnlijk zal HADEWYCH, de dichteres, één zijn geweest met de abdis van Aywières aan wie THOMAS VAN CANTIMPR

De brave vrouw, in het klooster gekomen, vindt inderdaad de abdis onmiddellijk bereid, naar het verhaal van haar zonderling wedervaren te luisteren: hoe deze kinderen door een onbekende vrouw die met hen 's nachts bij haar onderdak had gevonden, verlaten zijn.

ADRIANA. Neen, ik ben pleegster van mijn man; ik wil Zijn krankheid heelen, dit is mijne taak; En hierbij trede niemand in mijn plaats; Sta dus hem af, dat ik hem met mij neem'. ABDIS. Bedaar; hij zal niet gaan, eer ik mijn schat Van welgestaafde midd'len heb beproefd, Mijn kruiden, dranken, heilige gebeden, Om hem een man als vroeger te doen zijn.

De abdis belooft haar voor hen te zullen zorgen: de vrouw moet ze maar in haar huis houden, maar kan alles wat zij noodig hebben, dagelijks van het klooster laten halen.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek