Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juli 2025


Zij keek eensklaps bespiedend naar de deur der zaal, als iemand die aarzelt om eene laakbare daad te plegen, greep dan de deur der kas aan en opende ze verder.... Een zucht ontsnapte haar. Daar stond, nevens de boeken, eene dooze of zeer klein schrijn, met leder overtogen en met gulden inlegwerk gesierd, dat ongetwijfeld een juweel of eenig ander kostbaar kleinood moest bevatten.

Indien wij langer terugdeinzen voor eenen oorlog, die toch niet te ontwijken is, smeden wij zelven, als dwazen en als lafaards, de ketens die ons aan het juk der dienstbaarheid moeten vastklinken. Daarom met voorvaderlijke trotschheid opgestaan en met het zwaard het edict der slavernij verscheurd! Ja, ja, loopen wij te wapen, veeleer heden dan morgen! Wie aarzelt is half verwonnen.

Hem kan Jeanne haar plan mededeelen; hij zal haar helpen en de noodige manschappen te harer beschikking stellen, die haar veilig en wel bij den Koning zullen brengen. Maar Jeanne aarzelt nog en geen wonder. Juist alles, wat zij over de Baudricourt gehoord heeft, doet haar betwijfelen of hij nu wel de rechte man is, die haar gelooven zal, en dien zij voor haar groote zaak zal kunnen winnen.

Uit liefde tot de vrijheid aarzelt het niet, zich aan levensgevaar bloot te stellen, en het verkiest den dood boven het juk der slavernij. Daarom erkennen zij ook geen krijgsrang of waardigheden, en dulden niet, dat iemand hunner, om den wille des oorlogs, zich boven zijne medeburgers verheffe.

Of het kwam omdat August heden liefst geen namen van De Zonsberg noemde, en de dwaze onderstelling van tante Hermine hem voor den geest sprong, of vreezend misschien dat Eva weer over den brief zal beginnen die van morgen vergeten werd, zeker is het dat hij een oogenblik aarzelt aleer hij eenvoudig de waarheid zegt. Eva's gelaat betrok.

Nochtans, nu staat hij weer stil en aarzelt opnieuw. De drager van een naam door meer dan één volk met eere genoemd, zal hij zich verlagen tot het smeeken om een aalmoes aan de vrouw, die?.... Wie is zij? Wie was haar man!?

Suze brengt snel haar kanten zakdoek aan de oogen; zij weet, dat vrouwentranen zeer veel vermogen, maar toch nimmer mooier maken. Van Reelant legt zijne linkerhand om hare leest, en zegt zoo teeder mogelijk: »Wat is er Suze? Kom, zeg het me .... wat scheelt er aan?" Suze aarzelt eene seconde. Zij maakt hare hand vrij, eene trillende zucht ontsnapt haar boezem.

»Neen, Joël strekt thans een reiziger tot gids naar het Tinnermeer, en...." »Welnu, en?" »En, daar hij zeer laat vertrokken is, geloof ik niet dat hij voor morgen te Dal terug zal kunnen zijn." »Neen, daarvan heeft hij mij niets gezegd.... Hij zal dus te Moel overnachten?" »Ongetwijfeld moet hij dat, moeder, tenzij hij...." »Tenzij. Nu, ga voort.... Waarom aarzelt gij, Hulda? Tenzij...."

In dat eene jaar, dat achter ons ligt, hebben we meer geleefd dan in al de voorgaande jaren tezamen. 't Komt uw oudste voor, alsof Vader haar wat te zeggen heeft, maar aarzelt, omdat 't haar pijn zal doen. Kunt u zich voorstellen, Moedertje, hoe pijnigend dit voor Vader en voor haar is?

Kom eens hier, man! Hoe heet je?” roept eensklaps de baron, het verhaal van Dirk afbrekend. „No. 181; och, neen! Dirk de Vries,” is ’t verwarde antwoord. „Kom hier, kerel!” Do oude heer rijst van zijn stoel op en herhaalt zenuwachtig: „Kom dan!” Dirk aarzelt en ziet nu eens den ouden heer, dan weer de freule, verlegen aan. „Maar kom dan toch bij me!” De manke nadert.

Woord Van De Dag

galoppeer

Anderen Op Zoek