Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 mei 2025


Hem kan Jeanne haar plan mededeelen; hij zal haar helpen en de noodige manschappen te harer beschikking stellen, die haar veilig en wel bij den Koning zullen brengen. Maar Jeanne aarzelt nog en geen wonder. Juist alles, wat zij over de Baudricourt gehoord heeft, doet haar betwijfelen of hij nu wel de rechte man is, die haar gelooven zal, en dien zij voor haar groote zaak zal kunnen winnen.

Bij het onderzoek te Vaucouleurs voor het eerste proces, heeft men een relaas opgedaan over een gesprek van Jeanne met Robert de Baudricourt. De bron er van is niet zeer vertrouwenwekkend en Jeanne heeft, toen zij er over ondervraagd werd, ook verklaard zich niets van dit onderhoud te herinneren.

Zij behoeft zich niet regelrecht bij den Koning aan te melden, houden zij haar telkens voor; zij kan beginnen met zich te wenden tot Robert de Baudricourt, kapitein van Vaucouleurs. Vaucouleurs is slechts eenige mijlen van Domrémy verwijderd en de bevolking van de plaats is den Koning trouw gebleven. De naam van den kapitein was Jeanne ook niet onbekend.

Zij heeft op den rechten toon, het rechte woord, op het rechte oogenblik gesproken. Dit is voor ons »het geheim van den koning« en »het teeken te Chinon«, zooals het geweest was het geheim van Burey le Petit, toen zij oom Durand moest winnen en het geheim van Vaucouleurs, toen zij den allesbehalve bijgeloovigen Robert de Baudricourt moest overtuigen.

Zij hadden alle mogelijke voorzorgsmaatregelen genomen, kenden het land en wisten dus welke punten zij mijden moesten en waar zij de minste kans liepen, opgemerkt te worden. Den eersten avond wordt doorgereden tot men tegen den nacht de abdij van Sint Urbain bereikt. Bij den Abt Arnoult d'Aulnoy, een bloedverwant van Robert de Baudricourt, vinden zij een veilig onderkomen.

De bijzonderheden omtrent deze eerste ontmoeting tusschen Jeanne en Robert de Baudricourt zijn ons bekend uit de getuigenis van Bertrand de Poulengy, een schildknaap, die bij de samenkomst aanwezig was. Hij kende Domrémy en zijne bewoners, had meermalen zelfs Jacquot d' Arc bezocht, zoodat vermoedelijk Jeanne zelf ook geen vreemde voor hem was.

Zij begint met te verklaren, dat alles wat zij gedaan heeft haar gelast is in hare openbaringen. Als Beaupère haar vraagt: »Wie heeft U aangeraden manskleeren aan te trekkenantwoordt zij eenvoudig weg: »Daar beschuldig ik niemand vanHaar bezoek aan Robert de Baudricourt wordt behandeld en vervolgens haar komst aan het hof te Chinon.

Vermoedelijk van het geld, haar door den hertog van Lotharingen geschonken, heeft zij zich een zwart paard gekocht en van Robert de Baudricourt heeft zij een zwaard ten geschenke gekregen. Volledig toegerust als een jong krijgsman, is zij dus gereed, den gevaarlijken tocht te ondernemen.

Eén van hen, Jean de Metz, een dappere jonge man van dertig jaar, vindt Jeanne op een morgen voor de deur van den wagenmaker en roept haar toe: »Wel, beste meid, wat doe je nog hier? Moet de koning uit zijn rijk gejaagd worden en moeten wij Engelschen wordenJeanne legt hem uit, dat het haar nog niet gelukt is met Robert de Baudricourt te spreken.

Zij noemde hem nog dauphin in plaats van koning, omdat hij nog niet te Rheims gekroond was. Zij moest zich door het met vijanden bezette land begeven om den koning te bereiken, en daarom verzocht zij haar oom, voor haar aan den bevelhebber van Vaucolours, Robert van Baudricourt, een vrijgeleide te vragen.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek