United States or Zimbabwe ? Vote for the TOP Country of the Week !


En wat zal uw aanstaande bruid dan wel zeggen?" voegde hij er bij, hem met een doordringenden, scherpen blik aanziende. "Er zijn geen bewijzen voorhanden van mijn voornemens," zeide Mom, zich wrevelig nederzettende. "Niet? En uw briefwisseling met Grobbendonck en Ludwig, welke gedurende zoovele jaren volgehouden werd en waarvan ik al de materialen kan aanwijzen.

De voorstelling heeft geen voortgang gehad omdat de dochter van Prevost ziek was geworden. Het treft al heel goed, want nu zul je er later van kunnen profiteeren. Hoe gaat het?" "Ha, zoo mama," sprak Justine, hare moeder op een vreemde wijze aanziende: "ik dacht al dat het te laat was. De dochter van Prevost is bij mij geweest, maar zij is leelijk geworden, en ik ...."

"Freule Bertha! Freule Bertha!" riep Lidewyde, eindelijk oprijzend, toen de freule haar niet zonder digniteit den rug toekeerde en het vertrek wilde verlaten. "Wat is het, Lidewyde?" vroeg zij, het hoofd naar haar omwendend en haar aanziende met een bestraffenden blik.

Ik was met de seinen belast en juist bezig om het noodsein aan te slaan, toen ik opvloog. Hemel en hel! ik dacht, dat ik nooit weer beneden zou komen." »Zoo, commandant!" zeide ik, »ik heb altijd gedacht, dat er op dat oogenblik niemand aan boord was." »Niemand aan boord!" herhaalde de overste, mij met opgetrokken bovenlip aanziende. »Hoe komt gij daaraan?"

"Heureux mortel!" voegde hij er bij, het hoofd schuddende en mij schamper aanziende. "Ik vraag u om verschooning, Mejuffer! Maar waarom heeft de Heer Huyck mij niet terstond gewaarschuwd, dat ik vergeefsche moeite deed?"

"Dan is het ook niet twijfelachtig hoe wij door haar behandeld zijn," sprak de generaal, met ergernis zijne kleindochter aanziende en nu zijn onderzoek bij mij opgevend. "Ik voor mij had niet anders verwacht; wij zijn in vijandschap elkaar niets schuldig gebleven, maar ik begrijp mij niet hoe zij het over zich heeft kunnen verkrijgen, om het eenige kleinkind harer zuster zóó te berooven."

"Neem me niet kwalijk, maar 't komt me voor dat u veel van mijn vader gehouden heeft. Zou u me niet kunnen zeggen hoe 't toch met hem gegaan is?" vroeg Ibarra hem aanziende. "Hoe zoo, weet u dat dan niet?" vroeg de ander. "Ik heb het don Santiago gevraagd, maar hij woû 't me eerst morgen zeggen. Weet u 't misschien?" "Wel natuurlijk, net als iedereen! Hij is in de gevangenis gestorven."

Ik lachte om zijn ondankbaarheid en hem aanziende met al de minachting, die hij verdiende, riep ik, hard genoeg om gehoord te worden: "Hallo! mijnheer de wijze aalmoezenier, ga de fijne flesch vast laten afkoelen, waarop ge mij zoudt onthalen!" Gil Blas gaat de comedie te Granada bezoeken. Van de verwondering, die het zien van een actrice bij hem opwekte en hetgeen daardoor gebeurde.

"Ik bemin hem als mijn broeder, gelijk ik u gezegd heb," zeide Madzy, eenigszins verlegen de oogen neerslaande. "Gij zoudt den man dan wel haten," vervolgde Deodaat, "die een geleden beleediging op uw aanstaanden echtgenoot zocht te wreken." "Ridder!" zeide Madzy, hem met een vervaarden blik aanziende: "Om Gods wil! wat beteekent deze vraag?"

De Major-domus vertrok met verscheidene bedienden, om de bevelen van zijn meester ten uitvoer te brengen. "Prior Aymer?" herhaalde Cedric, Oswald aanziende: "de broeder, zoo ik mij niet vergis, van Giles de Mauleverer, thans heer van Middleham?" Oswald bevestigde dit eerbiedig.