Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
Dáár heb je een gulden, twee kwartjes en een dubbeltje. ’k Had van avond een paar goeie vrachies. Geef me mijn eten, ’k heb trek.” „Ik kan niet opstaan, Dirk: ’t kind ligt op mijn schoot; hij is niet goed; vandaag aldoor onrustig geweest. Twee en dertig stuivers: ’k wou, dat je ze alle dagen meebracht!”
Alleene ... alleene.... Ze keek bedwelmd op. Ze nam zonder weten aldoor aan, wat hij haar overreikte en ze lachte lijze mee als hij schaterend te lachen begon. Somtemets schoten heete walmen naar heure slapen en dan doopte ze hare lippen in de deugddoende frischheid van den wijn.
Louis liep aldoor te praten, en terwijl hij nu meer op hem lette, beter naar hem luisterde, voelde Paul zich weer sterk de oudere, wijzere broer, en ook dat hij hield van Louis.
Dus zei hij maar aldoor tot zich zelf: "je bent dronken, ga naar je bed..., gauw ... slapen ... gauw ... morgen denken ... nu niet.... Maar hij kon toch nog langen tijd den slaap niet vatten. Vreemd, hij was toch zoo moe. Koortsig draaide hij zich om en om, zoekend vergeefs naar koele plekjes voor zijn hoofd.
Het was of dat alles door dien heuvel kwam, alsof zijn geweten gezwegen zou hebben en de lasten van den ouderdom niet gekomen zouden zijn, als die heuvel maar niet aldoor was aangegroeid. Eindelijk zat hij er den ganschen dag naast en hield de wacht. Maar de menschen waren onbarmhartig: 's nachts werden er altijd nieuwe takken bijgegooid. Op een dag komt Gösta Berling langs den weg.
Gij zegt, uw kijven stoorde zijn vermaken; Maar roof eens ied're vroolijkheid, wat volgt? Wat, dan droefgeestigheid, dof, zwart, de zuster Van radelooze, onstuimige vertwijf'ling Met haren langen stoet, verderf verspreidend, Van bleeke kwalen, vijanden van 't leven? Wie in zijn maal, vermaak en slaap aldoor Gestoord wordt, mensch of dier, bezwijkt er voor, Wordt suf of dol.
Haar grootste kwelling is aldoor zelf niet meer over het huishouden te kunnen gaan. Zij herinnert zich de dwaasheden harer kinderen, zij weet dat zij lui zijn, veel eten, een zwak verstand hebben en hun handen niet thuis kunnen houden. Zij voelt zich lang geen de minste achting voor hen; geen enkele harer droomen hebben zij verwezenlijkt en storen zich niet in 't geringste aan haar stelregels van zuinigheid en strengheid. Alleen de moederlijke liefde komt nu en dan boven en doet haar hen weer in genade aannemen. In haar smeekende oogen leest men dat zij hun erbarming vraagt om haar te sparen zoolang zij nog in leven zal zijn, dat zij eerst daarna er toe zullen overgaan de kasten te ledigen en den inhoud te verdeelen. Deze verdeeling nog bij haar leven, zou een
"Vlok," zeit ie; "de Greef en jij kunnen hier niet aldoor zoo maar blijven wonen voor niets!" Ik keek er van op, maar recht is recht; en alhoewel ik het op 't oogenblik niet kan betalen, de Heere zal, als het moet, op zijn tijd ook wel uitkomst geven. "Hoeveel zou dan de huur moeten wezen, mijnheer?" vroeg ik zoo langs m'n neus weg.
Toen keerden ze zich beiden snel naar Paul, en zei Louis: "Hier heb je nu mijn broer ... den schilder!... Ze zagen elkaar aan, Paul en zijn "nieuwe zuster". Er verliep een seconde waarin ze bewegingloos elkaar bleven aankijken. Langzaam, ernstig glimlachend en hem aldoor aanziend, reikte Annie hem toen de hand. "Paul...," zei ze enkel, met een stem waarin schuchtere bewondering trilde.
"Maroessia," zei haar groote vriend tegen haar, "zie je dien rooden zakdoek?" "Ja, ik zie hem." "Welnu, ik zal je naar den kant van het bosch brengen. Ik zal je den weg wijzen. Je moet maar rechtuit loopen, aldoor rechtuit, totdat je aan een boekweitveld komt; je moet dit veld overloopen; het wordt door een voetpad gekruist.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek