United States or Côte d'Ivoire ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Kan mien heer de jonker me niet zeggen woar ie is?" "Ik begrijp je niet," hernam de jonker, terwijl hij Doortje met welgevallen beschouwde: "Wie is die grootvader?" "Wel, Wessels!" sprak Doortje: "Is Bart niet hier gewêst um 't pachtgeld te brengen?"

De toost van den heer Flitz, ofschoon maar neen, we zeiden dat toosten niet gecritiseerd behooren te worden de toost maakte opgang, en zelfs Doortje begreep dat het: "hi hi, 't welzijn van dezen huize was."

"Laat de hoenders niet verbranden," vermaande tante. "Zeker niet," antwoordde zij, en voegde er, het jonge meisje aanziende, bij: "Bid ook voor mij, juffer!" Liesje knikte: "Waarom moet ik dat juist doen?" vroeg zij lachend. "O, omdat de lieve God heden zeker welgevallen in u heeft," zei Doortje. De heer Erving lachte.

"Dankje, heusch niet, hi hi!" lachte juffrouw Doortje Haspels, die met pa was medegegaan, en 't ijselijk aardig vond om eens in een kamer van 'en jongeheer te zitten.

"Nou dan!" zei Arie, die wel niet gaarne alleen, maar toch liever uit de onzekerheid was. Doortje verwisselde de klompen voor een paar schoenen; zette 'en schoone muts op, en, na een: "G'n oavend" tot den ouden Arie, liep zij het bogaardpad, over den vonder, door de klapweide, langs den hollen wilg, en zoo verder tot aan het fraaie landhuis van den baron Van Sommer. De schel ging over.

"Je gaat dus alleen?" sprak Alfred weder. Doortje knikte. "Tot weerzien dan, knappe meid," en Doortje, die de kamer al uit was, zei nóg eens: "G'n oavend," en verdween door de nog openstaande huisdeur. De hangklok in de keukenkamer had al tien geslagen toen Doortje eindelijk, vermoeid van het driftige loopen, te huis kwam.

De tranen verschijnen: als de ziel bedroefd is, als het lichaam pijn heeft, als de woorden ophouden effect te doen, en, zooals bij Doortje, wanneer 't hartje zucht: "ik mag oe ook meer as meer," maar 't mondje 't niet zeggen durft.

Jufferachtig was het zeker niet; maar wij dienen te herinneren, dat Doortje, zooals wij haar in den beginne schetsten, geen stadsdame, maar slechts een eenvoudig boerenmeisje was, terwijl wij tevens, lieve lezeresse, niet gelooven, dat gij ooit in zulk een netelig perikel zult geweest zijn.

Doortje wenscht zich vuurrood geworden desnoods in de mêltrog . De baron schijnt den zolder al zeer zwart te vinden; het is alsof zijn oogen dien weerspiegelen; en Alfred hij kucht, bevoelt zijn gemarmerd aangezicht, maar zegt toch ten laatste, hoewel bijna onverstaanbaar: "Nu ja dan: wij zijn hier gekomen om...." "Jij bent hier gekomen!" roept de baron: "Spreek wat harder!"

"Toe maar!" dreigde Flitz; maar eensklaps werd hij vuurrood, want een zeer bekend hoofd schoof het raam voorbij, en een oogenblik later klonk de winkelschel Flitz had kamers bij een bakker terwijl er onmiddellijk daarna op de deur werd getikt. "Binnen!!!" riep de notaris zoo hard dat juffrouw Doortje er "puur" van ontstelde en.... de persoon die binnentrad was de heer van Vredelust.