United States or Mauritania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij gingen weer voorwaarts; terwijl de stalknecht lette op de woorden van den ridder, kwamen zij aan een rivier en toen daar hun beesten gedronken hadden, waterde het muildier daarin. Toen messer Ruggieri dit zag, zeide hij: Kijk, God make je bedroefd, want jij lijkt, leelijk beest, op den heer, die jou aan mij gaf.

Maar de knaap was zoo bedroefd geweest en had hem zoo plechtig beloofd, naar huis terug te zullen keeren. Had hij ook gisteren avond zijne kleeren ergens anders gelegd? Maar hoe hij zocht en het kamertje was klein, dus behoefde hij niet lang te zoeken nergens vond hij de vermiste zaken.

Deze werd haar medegedeeld, zoodra zij gelegenheid vonden tot een vertrouwelijk onderhoud. "Eindelijk zijn we dan alleen," zeide hare moeder. "Mijn lieve Elinor; je weet nog niet, hoe gelukkig ik ben. Kolonel Brandon heeft Marianne lief; hij heeft het mij zelf gezegd." Haar dochter, die zich beurtelings blijde en bedroefd, verrast en niet verrast gevoelde, was een en al zwijgende aandacht.

Eindelijk lezen we: »Hedennacht overleden." De gordijnen zijn gezakt. Er is geen school. We gaan naar huis. Niets, niets blij met de vakantie. Ik denk aan dien zachten man, biddende met zijn zachte stem. Ik hoor hem weer aan 't orgel. Ik denk aan zijn lieve vrouw. Die zal nu wel erg bedroefd zijn. Ik denk aan 't hondje. En nu, veertig jaren later, denk ik: Ik wou, dat die lieve vrouw nog leefde.

En bij het einde van zijn loopbaan moest hij bedroefd worden door zekere oude vrienden van zich te zien heengaan, die hem te leerstellig vonden, niet meer op de hoogte van zijn tijd. Dit kwam, doordat de ideeën zich terzelfdertijd hadden ontwikkeld, dat hij was oud geworden en zijn invloed met zijne krachten verminderd.

Of men boos of goed, vroolijk of bedroefd is, daaraan stoort zich de tijd niet: die loopt maar door. Het was dan ook al heel spoedig najaar en daar de zomer niet zeer voorspoedig geweest was, liep het meeste werkvolk nu al zonder werk. Onze opperman had al lang gedaan gekregen, en Willem ook, zoodat die twee nu met pakjesdragen en wegwijzen zoo wat den kost verdienden.

De donna wendde voor eenigzins gerust te zijn gesteld en na dit onderwerp te hebben losgelaten, daar zij zijn hebzucht en die der andere monniken kende, zeide zij: Heer, in de laatste nachten zijn mij verscheidene van mijn verwanten verschenen en het schijnt mij, dat zij in den grootsten nood zijn en niets anders dan aalmoezen vragen en in het bijzonder mijn moeder, die mij zoo bedroefd en ongelukkig voorkomt, dat het jammerlijk is om te zien.

Ik vertelde het aan allen die het maar wilden hooren en allereerst aan don Gregorius Rodriguez. Hij was minder bedroefd dan wel ontstemd, omdat hij in verband met dit treurig einde allerlei maatregelen moest nemen, wat mij deed veronderstellen dat mijn meester zeker reeds bijna geruineerd was. Hij verzamelde de bedienden en beval hen hem te volgen naar het St. Jeromeplein.

En hij legde zijn koele hand op haar voorhoofd en dwong haar stil te blijven liggen. "Maar wat is er toch, dokter?" vroeg ze weer. De dokter antwoordde niet, maar nam een stoel en ging bij het bed zitten, bevoelde Elsje's pols, deed haar eenige vragen en zei toen op hartelijken toon: "Er is iets gebeurd, Elsje, daar je heel bedroefd om zijn zult.

Is er iets dat u bedroefd heeft mevrouw...?" "Men kan immers ook schreien beste dokter," antwoordt de weduwe met innige ontroering, "als het hart weldadig wordt aangedaan." Op den avond van dienzelfden dag zijn de weduwe Van Hake en haar zoon in het schemerdonker bijeen. Mevrouw Van Hake zit in haar leunstoel.