United States or Martinique ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Jij?" zei de jongeheer, die van naderbij bekeken ouder scheen dan 't buisje had doen vermoeden. "Ikke en mien zeun Gijs," hernam Gerrit. "Jij?" herhaalde de jonge heer. "Is dat dan zoo onbegriepelik?" sprak Gerrit weder: "Is 't hier dan geen lozement? Kan 't of kan 't niet?"

Zeker is-i in de kommeny geweest, zei ze, want ze weten nooit waar ze wezen moeten... zulke kruiers! En waarom zoud-i daar niet verteld hebben dat de jongeheer want "jongeheer" zeid-i by dokter Holsma leseerde, op den kolveniersburgwal? Want, zieje, zoo'n man praat altyd. Die soort van menschen doen niets als praten. Nu, ieder mag 't weten.

't Prikkelt hem verschrikkelijk, dat hij niets te weten is gekomen, en hij waagt pogingen om Keesje uit te hooren, door te zeggen: "Dat geeft zeker veel drukte, , jongeheer, zoo'n erfenishistorie?" "Pas op het treedje in de gang. Ja, vooral als het zoo'n groote is," antwoordt Keesje, die den lust niet bedwingen kan om den ouden droogstok, zooals hij hem in gedachten noemt, eens beet te nemen.

"In waarheid," antwoordde ik, den brief aannemende: "het is eene bijzondere bewaring Gods!" en ik doorliep vluchtig het blad, dat ik in handen had. "Men wil wel zeggen," vervolgde hij, "dat die Jongeheer Blaek de rechte man niet is, om een jacht te besturen! Is UEd. niet van oordeel, dat wij die commissie zeer goed kunnen volbrengen?"

God zou 't zeker weer niet doen, en daar er nu toch eenmaal in 't helpen iets goddelyks ligt: Wat dunkt u, m'nheer? vroeg-i aan pater Jansen? Ik ben erg bedroefd over die menschen, zei de goede man. O zeker, m'nheer! Maar... die boezelaar? Drie schellingen is nog geen volle gulden, en als wy nu eens... Dat mag volstrekt niet, jongeheer!

George moest een paar dagen bij een makker op een naburig landgoed gaan doorbrengen; en daar hij des morgens vroeg vertrokken was, eer nog het ongeluk van Tom openbaar was geworden, had hij niets daarvan vernomen. "Doe mijn liefderijken groet aan jongeheer George," zeide hij ernstig.

Zoodra zij op den vasten wal stonden zagen zij elkaar van het hoofd tot de voeten aan, reikten elkaar gelukwenschend de hand en keken daarop hoe de anderen het er afgebracht hadden. De gansche bemanning zat veilig en wel op de omgeslagen schuit, met jongeheer appelgezicht, den omkeerder der dingen, in het midden.

Het uiterlijk van jongeheer Dawkins legde niet juist een gunstige getuigenis af omtrent de voordeelen, die de belangstelling van zijn beschermer opleverde voor hen die hij onder zijn bescherming nam, doch daar hij er een loszinnige en liederlijke manier van spreken op nahield en verder bekende hoe hij onder zijn vrienden bekend stond met den bijnaam van »de Slimme Voskwam Oliver tot het besluit, dat de jongen een onverschillig en slecht karakter had, zoodat de zedelijke voorschriften van zijn weldoener tot nu toe aan hem verspild waren.

Met die vlasschuit bedoelde hij den neus van monsieur Gozewinus, die toevallig wat grooter dan een gewone menschenneus uitgevallen was. Ik knikte van ja. "Dan zullen we een grap hebben," zei hij. "Zeg eens, jongeheer Daelhouten," riep monsieur, "noem de eilanden eens op, die boven Duitschland en Nederland liggen."

Voordat Frits nog iets zeggen kon, pakten twaalf kleine handen hem aan, tilden hem uit zijn bed, zett'en hem op den vloer, plooiden en schikten en knoopten en strikten aan hem, totdat hij daar kant en klaar stond als een prins uit een sprookje. "Maar," begon hij nu weer, "hoe komen we op 't bal, dat is zeker heel ver." "'t Komt alles in orde, jongeheer Maar!" riep Appelsteeltje.