Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juli 2025
Bartja ontmoette op den terugweg zijne vrienden Darius en Zopyrus, die hem, zoodra zij kennis droegen van zijn heimelijken aftocht, terstond gevolgd waren. Zij konden bezwaarlijk vermoeden dat Bartja, in plaats van strijd en gevaar, zijn eerste liefdesgeluk gevonden had. Kort vóor de drie vrienden kwam Cresus te Saïs aan.
Een uur na de inhechtenisneming van Zopyrus kwamen zij met den rijk gekleeden Syloson aan den oever van den Nijl samen, en bestegen een vaartuig, dat aan hun nieuwen vriend toebehoorde, en door diens slaven geroeid werd.
»Zopyrus heeft gelijk," zeide de oude man opgeruimd; »Darius is een ondankbaar mensch!" Bartja wendde zijn blik niet af van den vriend, die dus al schertsend werd doorgehaald.
De Helleen liet zich door een slaaf de sandalen aanbinden, en begaf zich, door Zopyrus gevolgd, naar de markt, van waar hij weinige uren later terugkeerde. Er moest iets gewichtigs zijn voorgevallen, want de anders zoo opgeruimde man keek bijzonder ernstig, toen hij zich bij de achtergeblevene vrienden neerzette.
Zopyrus kon de diepe neerslachtigheid van zijn vriend niet langer aanzien. Toornig voerde hij den grijsaard tegen, dat hij hard en onrechtvaardig was. Gyges zag zijn vader smeekend aan. Araspes plaatste zich tusschen den bestraffenden grijsaard en den gekrenkten jongeling.
Begeef u naar Rhagae, neem het opperbevel over, en toon wat gij zijt en vermoogt!" »Ik dank u, mijn broeder," riep Bartja; »mogen mijne vrienden Darius, Gyges en Zopyrus mij vergezellen?" »Ook deze gunst wil ik niet afslaan.
De angaar, die vóor ons de herberg verliet, heeft zeker gezegd dat wij in aantocht waren." »Ja, zij zijn het!" »Waarlijk! Zie maar, hoe Zopyrus met het palmblad, dat hij zoo even afbrak, zwaait en wuift!" »Jongens, snijdt ons spoedig een paar takken van dezen struik! Zoo is het goed! Laat ons nu met purpere granaatbloesems de groene palmen beantwoorden!"
»In drie uren, als het tot het einde toe flink doordraaft, en de Nijl den weg niet te hoog onder water heeft gezet." »Binnen twee uren ben ik te Naucratis!" »Ik vergezel u," riep Darius. »Neen, gij moet met Zopyrus hier blijven, ter bescherming van Bartja. Geef onzen dienaren de noodige bevelen, zoodat zij op alles voorbereid zijn." »Maar, Gyges....."
Dan haalt Zopyrus het reddingstoestel op, slingert het om den ijzeren nagel, die in elk geval met de ladder naar boven moet, daar wij toch niet weten of er in zijne cel iets te vinden is, waaraan hij de ladder zou kunnen vastmaken, daalt naar beneden, snelt met mij naar de plaats, waar gij met de boot wacht, klautert met behulp van eene tweede ladder, die daar hangen moet, over den muur, springt in de boot, en is gered!"
»Waar zou hij toch zoo lang blijven?" »Hij is op de hangende tuinen. Mijn vader en Gobryas zullen hem ophouden." »Dat noem ik toch waarlijk bijzonder beleefd!" liet zich op eens de stem van Zopyrus hooren. »Bartja noodigt ons aan zijn disch, en laat ons, terwijl hij geheimen behandelt, zonder gastheer zitten!" »Wij komen, wij komen!" antwoordde deze.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek