United States or Austria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ten slotte blijft ons nog over te verhalen, dat Zopyrus, de zoon van Megabyzus, tot aan zijn dood de trouwste vriend van Darius bleef. Toen een hoveling den koning eens een granaatappel toonde en hem vroeg: »Welk geluk zoudt gij gaarne zoo veelvuldig bezitten als deze appel pitten bevat?" antwoordde Darius, zonder zich te bedenken: »Mijn Zopyrus!"

»Die Hellenen bedenken van alles!" riep Zopyrus, die zich niet het flauwste denkbeeld kon maken van zulk eene voorstelling van de aarde. »Ik zal u morgen mijne tafel laten zien," zeide Oroetes; »thans echter moeten wij Darius niet meer in de rede vallen."

Daarop benoemde hij zijn vriend tot heer en meester van de reuzenstad, schonk hem al de inkomsten er van en vereerde hem jaarlijks de kostbaarste geschenken. In later tijd zeide hij meermalen, dat buiten Cyrus, met wien geen sterveling vergeleken kon worden, niemand ooit zulk eene edele daad had volbracht als Zopyrus.

Men ziet ons voor verspieders aan, en zal dus Zopyrus en zijne bevrijders met den grootsten spoed nazitten. Het zou dus onvergeeflijk zijn, indien wij ons nutteloos aan gevaren blootstelden. Gij, Bartja, moet de boodschap aan onzen gastheer overbrengen, en nog heden Sappho huwen, want morgen moeten wij Naucratis verlaten, wat er ook gebeure. Geen tegenspraak, mijn vriend, mijn broeder!

»En daar de verslagene God zich in de onderwereld loffelijk gedroeg," schertste Zopyrus, »ontving hij, aan het slot dezer zonderlinge vertooning, de hulde van alle bewoners van den Haméstegân, Duzakh en Gorothman , of hoe men deze woningen van het geheele Egyptische zielenheir ook noeme!"

Ik heb, bij Mithra, nog nooit naar mijn dood gewenscht, heden echter verbeid ik met vreugde den zwarten Azis , want hij zal ons allen tegelijk van de aarde doen verdwijnen. Zopyrus sterft liever met zijne vrienden, dan dat hij zonder hen zou willen leven."

In spijt van de tegenwerpingen mijns schoonvaders, nam ik van mijne nieuwe gemalin afscheid, en snelde, door Prexaspes vergezeld, herwaarts, om u, Bartja, met Zopyrus naar Egypte te volgen, terwijl Gyges den gezant als tolk naar Samos zal begeleiden.

»Maar gij, Bartja," riep Darius, de neef van den koning van Perzië, »zoudt gij het hebben kunnen verdragen, aan den schandpaal te staan?" Bartja bloosde, doch 't was hem aan te zien, dat ook hij den dood boven de schande zou hebben verkozen. »En gij, Zopyrus?" vroeg Darius, zich tot den derden jongen Pers wendende.

Beginnen wij bij voorbeeld met den Indiërs te vragen, of zij niet trotsch zouden zijn zich onder uw schepter te mogen buigen, Cambyzes. Zeggen zij neen, dan hebben zij ons niet lief, en wie ons niet liefheeft is onze vijand!" »Niets van dat alles!" riep Zopyrus. »Wij moeten oorlog hebben tot iederen prijs!" »Ik stem voor Cresus!" riep Gobryas. »Ik ook! riep de edele Artabazos.

Hem volgden Prexaspes, de eigenlijke gezant van den koning, Zopyrus, de zoon van Megabyzus, een Pers van adel, de vriend van Bartja en Darius, en eindelijk Gyges, de magere, bleeke zoon van Cresus, die, in zijn vierde levensjaar stom geworden, tengevolge van den doodsangst, dien hij bij de inneming van Sardes ter wille van zijn vader had uitgestaan, de spraak teruggekregen had.