Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juli 2025


Heldere starren zijn opgerezen in den nacht onzer vernedering; het Dietsche volk heeft het hoofd verheven; zijn oud bloed is aan het bruisen gegaan; langzaam, maar onweerstaanbaar als zijne vaderen, streeft het vooruit in de baan der wedereisching.... Gij hebt ook gespot, toen wij na 1830 het durfden ondernemen eene Vlaamsche letterkunde te stichten; gij hebt gespot en de jonge dichters uitgemaakt voor zinneloozen, die het waagden, zooals gij zeidet, eene wanluidende brabbeltaal te doen herleven.

Het gaat er rustig toe evenals in elke andere gemeente; men bemerkt er bij eene oppervlakkige beschouwing niets bijzonders; en, zoo men niet wist, zich in een middelpunt te bevinden, waar zich meer dan 900 zinneloozen bewegen, men zou dit niet het minste bespeuren, en Gheel voor eene der rustigste plaatsen van gansch het land nemen. "Nogtans men had er ons zooveel van verteld.

Te Moll teruggekeerd, vertelde de fourier aan zijnen sergeant-majoor, wat wonderlijke, treurige dingen hij te Gheel had gezien en vernomen; hij verborg hem daarbij niet, hoe onuitlegbaar diep hij door het schouwspel van der zinneloozen ellendig lot was ontroerd geworden.

Dit verbeeldt ge u slegts; 'er zijn zeekerlijk hartstochten onder ons; maar wij leeren elkanderen het buitenspeurige derzelve tegengaan; een maatschappij behoeft immers niet slaaperig en doodsch te zijn, schoon 'er niet in gemoord of gestoolen worde; ook zijn onze regeeringsschikkingen van dien aart, dat, zoo 'er al eens zulk een ongelukkig voorval gebeurde, men zodanig een door hartstocht overweldigd mensch, onder de zinneloozen en ongezonden, in onze zeer wel ingerichte Gasthuizen, zou trachten te verbeeteren.

Gij hebt gespot, en op veertien jaren hebben die arme verstootelingen, die Vlaamsche zinneloozen gedeeltelijk iets tot stand gebracht, waaraan grootere volken niet zelden eeuwen tijds moesten besteden.

De eerste vertelde, dat er in zijn logement eene zottin was, die zich verbeeldde Onze Lieve Vrouw zelve te zijn; en, het wonderlijkste van al, de andere zinneloozen schenen daarvan zoo innig overtuigd, dat zij bijna gedurig voor haar op de knieën zaten te bidden.... Er was ook een man, een heer van Brussel, die den ganschen dag niets deed dan in het veld met eene roede den grond af te meten en op een boekje de bekomene maten te berekenen.

Hij bevond zich nog tusschen de eerste huizen der zeer lange Nieuwstraat, toen hij reeds vele zinneloozen bemerkte: kinderen, vrouwen, mannen, die men genoeg aan hunne belachelijke kleeding en aan hunne dwaze gebaren kon herkennen; maar dewijl zij hem slechts lachend of grijnzend aankeken, zette hij zijnen weg voort zonder te toonen, dat hij eenige aandacht op hen sloeg.

Dit nieuws verraste den fourier niet weinig; hij twijfelde een oogenblik, of hij het wel juist had verstaan. Wat? zij moesten te Gheel gaan logeeren? Te midden der zinneloozen leven, en ongetwijfeld onder hetzelfde dak slapen met eenigen der schrikbarende wezens, wier aandenken hem nu nog somwijlen deed huiveren! Dan, er was aan de noodzakelijkheid niet te ontsnappen: een soldaat gehoorzaamt.

De nacht is donker, ze kunnen elkaar niet zien, ze kunnen niet zien waar ze loopen. De waterval bruist geweldig; er is een vervaarlijk gedruisch van barstend ijs en tegen elkaar bonzend hout. Ze kunnen niet hooren, wat ze zeggen. De woestheid, die over de bruisende golven is gekomen, vult ook de hersens der menschen; zij hebben geen enkele gedachte in hun hoofd; zij zijn als zinneloozen.

Dan stond echter de andere dochter, die met zichtbaren haast had gegeten, van tafel op en verdween in eene nevendeur, langs waar hare zuster, een oogenblik daarna, in de keuken kwam, om op hare beurt het noenmaal te nemen. Dit was dus Beth; de bewaakster der zinneloozen.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek