United States or Greece ? Vote for the TOP Country of the Week !


Van zulk een strijd der zielen zal hij spreken, En juichen als de zege wordt gevierd, En zóo het zwijgen der Historie wreken, Die, vleiend, slechts de Koningen lauwriert! Gij, Clio! prijst alleen de hooggezetenen, Al bracht hun zwaard ook duizenden ten val: Zoo zinge dan de Dichter de Vergetenen, Die God aanschouwt en Boven kroonen zal!

En zoo vaak de zorgen rijzen, Huwe een zoete melody, Een der Lydiaansche wijzen, Zich aan 't woord der Poëzy, Dat zij heel mijn ziel doordringe, Met een gloed van hemellust, Dat zij Orpheus wakker zinge, Die aan de Elyzeesche kust Op een bed van rozen rust, En hem zulk een lied doe hooren Als geen Pluto had' veracht, Maar dat zeker de uitverkoren' Nu, helaas! op nieuw verloren!

Geef dan, o God, mij altijd die gedachte, opdat altijd mijn ziel hoog zij en zinge, Geef mij, geef hem of haar, die ik liefheb dit onvernietigbaar geloof, In Uw Heelal, wat gij ons ook onthoudt, onthoud ons niet het geloof in Uw Godsplan, dat tijd en ruimte vervult, Het geloof in Heil, Vrede, volkomen Verlossing! Is dit een droom?

Als men er niet buiten kan hem toe te spreken, dan is de beste manier hem te behandelen als een onmogelijkheid en hem te omringen met een net van belachelijkheid, want daardoor geeft men veel onschuldig vermaak aan andere menschen en men treft hem in zijn eenige zwakke punt. Zoo verlaten of uitgelachen, zal hij naar een andere Kerk gaan en dan dan zinge de verloste Gemeente een Te Deum!

9: De n wordt nooit gehoord in de uitgangen der veelsilbige woorden, die op en uitgaan. Men zegt verbinde, honde, zinge, voor verbinden, honden, zingen. Voor de klinkers en de letter H, die hier nooit geaspireerd is, heeft de verkorting geene plaats. Zelf stelt de Antwerpenaar tusschen alle opeenstootende klinkers, ook tusschen die, welke van zelf versmelten eene n of andere letter om de euphonie.

"Die altoos wil de waarheid spreken, "Wordt wel beloond, "Die leugens zoekt voor zijn gebreken, "Wordt nooit verschoond." Als in de lieve lente De bloemen 't veld versieren, Dan pluk ik roozeknopjes, Viooltjes, maagdeliefjes, Citroenkruid en seringen. Dan zal ik kransjes vlegten, En dragen die ter eere Van God, die mij het leven En bloempjes heeft geschonken. Dan zinge ik: Hemelkoning!

Want gulle gastvrijheid viert hier hoogtij, en evenzeer gulle vroolijkheid, ja uitgelatenheid, terwijl jolige scherts de overvloedige gerechten rijkelijk kruidt. it, dette zweit, en werk, dette kald wuurd. Beer van Paters vêtje. Botermelk is boere-medesien. Van eine kale kermis toês kome. Achterum is 't kermis. Achter mienen rök is 't kermis. Zoeë zinge ze neet, as ze van Kêvelêr kome.

OBERON. Spreidt uw lichtgloed om u heen, Want geen vonkje geeft hier schijn; Iedere Elfe repp' de leên, Vlug en lucht als 't vogelkijn, En herhale wat ik zing, Zinge 't lustig, danse en spring'! TITANIA. Zing, en klink' op ieder woord Van het lied het juist akkoord! Vorm een keten en verspreî Zoeten zegen, elfenrei! OBERON. Danst tot de uchtendzonneglans, Elfen, in dit huis uw dans.

Er waren er al verschillige geweest, kinderen en groote menschen. Weer werd er gebeld, en vijf vrouwen, waarvan drie in kapmantels, de andere met bonte sjaals op het hoofd, kwamen binnen met hun klonen in de hand. "Meuge w' is zinge, menhier?" "Lot hoere," zei Pallieter.

Hij zinge 't hart, in de eenzaamheid gebroken; Den wrangen traan, te middernacht geschreid; Het vrije woord, in 't kerkerhol gesproken, Waar nooit de zon heur lieve stralen spreidt; Het vaderhoofd, vergrijsd in zorg en vreeze; De moederklacht, bij 't sterfbed van een kind; De worsteling der aangevochten weeze, Die honger heeft en toch de deugd bemint!