United States or Monaco ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik ben Uilenspiegel. Zijt gij rijk? Rijk genoeg om een hemelsch genot te betalen, niet genoeg om mijne ziel af te koopen. Hebt gij geen peerd, dat gij te voet gaat? Ik had een ezel, antwoordde Uilenspiegel, maar ik heb hem op stal gelaten. Hoe komt het dat gij alleen, zonder vrienden of dienaren, rondzwerft in een vreemde stede?

O, zei Ferondo, gij zegt de waarheid, en voorzeker, indien ik er terugkeer, zal ik haar laten doen, wat zij wil. Maar zeg mij, wie zijt gij, dat gij mij dat doet?

Inderdaad, Burleigh, ik zeg het met overtuiging, kapers zijn mijn beste onderdanen. Daar ik echter mijn potsenmakers vanavond om uwentwil heb weggezonden, Master Chester, zijt gij verplicht, mij daarvoor een kleine vergoeding te schenken. Vertel mij eens wat van uw avonturen in de Nederlanden."

"Vrouwe! zweer mij de waarheid, en niets dan de waarheid, ik zal dan in uwe zaak zijn een getrouw dienaar." Zij antwoordde trotsch: "Zoo waarlijk helpe mij God almachtig, ik zal u de waarheid zeggen en niets dan de waarheid." "Vrouwe, bij uwen eed, zijt gij onschuldig aan alle dingen, die men tegen u zegt?" "Ja ik."

Hij zoekt haar nog steeds met onstilbaren honger vergeefs; Alleen staat hij thans, onder zijn tyrannen, alleen boven zijn slaven. Zwoeger, gebogen en vermoeid door den zwaren last dien gij u zelf hebt opgelegd! Gij, die treurig en eenzaam zijt, ofschoon slechts eenzaam in schijn!

Eindelijk viel hij daarboven op de knieën en bad om regen. Hij bad zooals een wanhopende bidt, met weinig woorden, onzamenhangend: "Als het mijn zonde is, die u toorn heeft gewekt, o, straf dan mij alleen. Als Gij barmhartig zijt, o God! laat het regenen op mijn gebed. Laat regen neerdalen op den akker der armen! Geef uw volk brood!" 't Was heet! Een verstikkende atmospheer was in de kerk.

"Mijnheer Fogg," antwoordde Aouda, "het is aan mij om u die vraag te doen. Gij waart arm, nu zijt gij rijk...." "Met uw verlof, mevrouw, dit fortuin behoort u. Zoo gij niet aan dit huwelijk gedacht had, zou Passepartout niet naar den eerwaarden Samuel Wilson gegaan zijn; en zou ik niet uit mijne dwaling zijn geholpen en...." "Dierbare mijnheer Fogg!..." zeide de jonge vrouw.

Titus Andronicus, 't Romeinsche volk, welks echte en rechte vriend Gij steeds geweest zijt, zendt u hier door mij, Die als tribuun uit aller naam u toespreek, Dit opperkleed van vlekk'loos witte kleur, En kiest u, dat gij dingt naar 't keizerschap, Met dezen, zoons van de overleden keizer. Wees alzoo candidatus, sla dit om, En schenk aan 't hoofdloos Rome weer een hoofd.

Gelooft gij mij onedel genoeg om u, u, die de zuivere onnoozelheid zelve zijt, na morgen nog met mijne handen, aan te raken? met handen, die in menschenbloed zullen gedoopt zijn? O, zeg mij, dat gij ten minste mij nog groot van gemoed acht, dat gij mijne ziel kent, en dat gij weet, dat ik zulks niet doen zal, of doen kan!"

Op bevel des Landvoogds sprak hij de oude Vlaming in dezer voege aan: "Gij hebt gezien hoe uw Makkers om hun wederspannigheid gestraft zijn, gij zijt evenals zij veroordeeld; nochtans heeft de Landvoogd, uit eerbied tot uw grijze haren, u genadig willen behandelen. Hij schenkt u het leven, op voorwaarde dat gij u voortaan als een nederige dienaar van Frankrijk onderwerpt.