Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juli 2025
Wij gaan samen den hemel in of de hel". Mijn mooie trouwe zieltjes, niet zij hebben van mij geleerd, maar ik was en ben nog steeds hare leerling. O! zooveel hebben ze mij geleerd! Hoe kon 't anders, dan dat wij één in denken en gevoelen zijn geworden? Alles, innerlijk en uiterlijk heeft meêgewerkt, dat wij één werden. Heel ons leven lang zijn we samen geweest.
Ik kan je alleen mijn geluk niet laten zien, omdat mijn stengel me zoo hoog houd; anders kon je in mijn hart kijken. Zoo sprak ze soms met de besten, die dicht bij haar waren; maar die veraf stonden, en haar in de verte zagen pronken met haar brutaal, rood kleed en trotsche houding, in 't oog vallend en rechtop alsof ze dat zoo wilde, haatten haar met al de kracht van hun kleine zieltjes.
Of ook, de zieltjeskoek wordt in de asch geworpen of zelf genuttigd, waarbij dan de grondstelling geldt: "hoe meer men eet, hoe meer zieltjes men verlost." Ik herinner hier aan de zieltjesbroodjes van Dixmuiden, Nieuwpoort, Veurne, Aalst en Yperen.
Charlot haar hert was maar een boon groot van blijverwachten, want de schoone Begijnhofprocessie zou haren grooten ronde doen door het hof en over de Begijnenvest, ze zou er mêe ingaan en alzoo veel aflaten voor zichzelven en de zieltjes verdienen. Een zoete lach krulde gedurig om haren mond. Pallieter hielp haar mêe een volle waschmand strooisel snijden.
Dat is het, waarnaar wij zoo innig verlangen, wat wij zoo vurig wenschen te mogen en te kunnen doen: reine, jonge hartjes, frissche, onbedorven zieltjes, zoo blank als pasgevallen sneeuw, leiden, jonge karaktertjes vormen. Bid voor ons! Moge God ons streven en werken zegenen! O! en dat anderen hetzelfde werk willen verrichten als wij!
Maar de wind blies luguber en de wolken dreven en de platanebladeren ruizelden neêr en ik hoorde als kleine kindertjes klagen of er zieltjes zweefden door de nacht. Ik naderde mijn wagen. Davus en de voerman rezen op van de treê. Heer, zeide Davus; de voerman wil niet naar Thessalië.... Is hij bang? vroeg ik. Ja, heer, zei de voerman, bleek.
Lachend vliedt hij langs de wegen Waar het nest in groen vergaat Bloem en blâren buigen neer, Nu hun kleine lieve heer Met zijn stralenrijken zegen In een wolk is weggestegen Ach! hun zieltjes voelen veeg Ach! hun hartjes loopen leeg! Ach! nu loopt ons hartje leeg, Dat van Mei het meeste kreeg ! O! het mooist het allermeest Is toch Mei voor óns geweest !
De hoofdkerk ingegaan zijnde, drongen zij door tot achter het hoogaltaar, in de kapel van het heilig kruis. Hier deed de bleeke juffrouw het kind op de voetbank voor het kruisbeeld knielen, vouwde zijne handjes te zamen en sprak weemoedig: "Bid God, Gustaafken ... voor de zieltjes van uwe broederkens en zusterkens, en dank Hem, dat Hij u bij uwe lieve moeder gelaten heeft."
Zij worden beschouwd als de zieltjes van ongedoopte kinderen en heeten plaatselijk: divaal-, drog-, hip-, dwaas-, stallichten; drogfakkels; stalkaarsen; valsche lantarens. De Friesche benaming wylde lanteernen geldt eigenlijk over het algemeen de afgestorvenen, die geen rust kunnen vinden in hun graf.
En Crispin zat in de klok. En zoo droomde hij verder. Maar zijn moeder, die niet zijn jeugd had en evenmin een uur geloopen had, sliep niet. Zieltjes in nood. 't Zal ongeveer zeven uur in den morgen geweest zijn, toen Fray Salvi zijn laatste mis las: alle drie werden in één uur afgedaan. "De pater is ziek," zeiden de vrome vrouwtjes. "Hij beweegt zich niet zoo statig en sierlijk als gewoonlijk."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek