Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juli 2025
Op die diepten, waar de storm niet meer woedt, waar de veranderingen in temperatuur niet meer gevoeld worden, waar de zon nauwelijks hare stralen werpen kan, waar alleen phosphoresceerende wezens eenen flauwen lichtschijn verspreiden, is het leven niet meer onderworpen aan de zoo veranderlijke omstandigheden, die daarop aan de oppervlakte van invloed zijn.
De heerschende ziekten zijn diarrhee, dysenterie en derdendaagsche koorts; de inlanders zijn daaraan vooral onderhevig; het is niets vreemds, Bisayas te ontmoeten, die jaren achtereen, nu en dan, soms maanden lang met de koorts sukkelen. Europeanen worden minder dikwijls door die koortsen aangetast; maar geschiedt dit, dan woedt de ziekte bij hen in veel heviger graad.
Dat keizerrijk Blefusku is onze grimmigste vijand; reeds zes en dertig maanden woedt er een bloedige oorlog tusschen hen en ons. De aanleiding tot dezen oorlog was het volgende: Het is algemeen bekend, dat men oorspronkelijk wanneer men een ei wilde eten het aan het dikste einde openmaakte.
Gevaarlijk is vooral de Malström, de sterke zeestrooming, die het onbewoonde Mosken-eiland omvat, en de eilandengroep der Lofodden doorsnijdt. Drie groepen eilanden hier zijn beroemd wegens hun visscherijen, de Lofodden, Westeraalen en Senjen. Zoo woedt hier ieder jaar een driedubbele slachting, die de mensch zich weet ten nutte te maken.
En dan gaat het, al naar de tijden zijn, tot moord toe, of het blijft bij kwetsing, kwelling, grieving, terging, om maar zeer te doen en, kan het, schade te berokkenen in eer en naam en goed. Dan woedt er hartstocht in dat ongoedertieren volk.
"Burger," zei Enjolras tot Jean Valjean, "de republiek dankt u." Bossuet bewonderde en lachte. Hij riep: "'t Is onzedelijk, dat een matras zooveel macht heeft. 't Is de zegepraal van 't geen buigt op 't geen woedt. Om 't even, eere zij de matras, die een kanon machteloos maakt!" Op dit oogenblik ontwaakte Cosette.
En daar achter, ver weg doch bedriegelijk dichtbij, steekt boven alles de Sméroe uit, die telkens met eenige tusschenpoozen eveneens doet zien, dat in zijn binnenste het vuur steeds woedt.
Grijnzend keek de duivel toe en opende de klauwachtige handen. "Nooit zult ge mij levend hebben!" roept meester Gerhard gillend uit en stort zich in de diepte. Ratelende donderslagen maken zijn doodskreet onhoorbaar. Vreeselijk woedt het weer. De verlichte hemel gelijkt een vuurzee. De brandklok luidt in den toren de bliksem was in het huis van den bouwmeester van den Dom geslagen.
Ja, de kracht des Afgronds is verraden. Ga, dien by Kaïns zaad uw koning door 't bedrog! Ook de arm die machtigst is, behoeft de valschheid nog. En gy, Arioch! gy, Alastor! Gy verdelgers! Gy, die in 't moorden leeft, gy, bloed en tranenzwelgers! Wier drift geen prikkel eischt, geen voedsel voor uw gloed; Gaat! 'k laat u over aan u-zelven; moordt en woedt!
"Verwenschte nar!" riep de zwijnenhoeder uit, "hoe durft gij van dergelijke dingen spreken, terwijl een verschrikkelijk onweder in de nabijheid woedt? Hoor, hoe de donder rommelt! En nooit zag ik in den zomer den regen in zulke dikke, zware druppelen uit de wolken vallen. De eiken kraken ook, niettegenstaande de windstilte, met hun groote takken, alsof zij een storm verkondigden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek