Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juni 2025


"Ik hoop niet, dat ik de Heeren stoor," zegt Appelman, zoodra hij gezeten is. "De komst van een ambtgenoot moet ons altijd welkom zijn," zegt Witsen, wederom met eene beleefde buiging. "Maar misschien ben ik nu over," zegt Geelvinck, "en heeft de Heer Appelman iets aan den Heer Witsen te zeggen, dat ik niet hooren mag: in dat geval zal ik het veld ruimen."

De huizen aan den overkant waren wit toegedekt, wat de altijd doodsche achtermuren nóg triester maakte, en Go wees Else op het kleine plaatsje, waar het kippenhok stond, dat bijna onzichtbaar was geworden. "Wat lijkt 't nu op een ets van Witsen, en de lucht ziet nog zoo grauw; er zal nog heel wat komen, denk ik."

"Weet de Heer Appelman er een ander aan te wijzen?" vraagt Witsen, een ernstigen blik op hem vestigende. "Hm!" antwoordt Appelman: "dat zou misschien zoo zwaar niet vallen; maar van wat anders: is aan de Heeren dat schotschrift onder de oogen gekomen, dat in Den Haag verschenen is, en waarin de echtheid van de geboorte des Prinsen van Wales wordt in twijfel getrokken?"

Nikolaas Witsen, sedert 1671 Raad, sedert 1673 Schepen, in 1682, 1685, en ook nu wederom, Burgemeester van Amsterdam. Wij komen de stoep op te gelijk met een welgekleed Heer, die er aanschelt, en terwijl hij wacht, dat hem opengedaan wordt, hebben wij den tijd, hem in oogenschouw te nemen; wat wij beter kunnen doen, omdat hij in 't volle licht staat der ondergaande Augustuszon.

"La couronne usurpée et l'enfant supposé bedoelt mijnheer?" zegt Witsen: "ik heb daarvan gehoord, en tevens, dat men den drukker voor 't Hof ter verantwoording zal roepen." "En hem het loon geven dat hij verdient," voegt Geelvinck er bij. "Nu ja," herneemt Appelman: "men zal hem straffen, maar daarmede toch den indruk niet wegnemen, dien 't geschrift bij velen heeft opgewekt."

Vergl. nog Witsen, 2e dr., I, bl. 46: "Op de kust van dit Korea, 13 mijl uit de wal, leit een eiland, by de Nederlanders Quelpaerts Eiland en by d' Eilanders zelfs Moese, en in de Sineese kaarten Fungma genoemt".

"Dat zijn wij van ouds gewoon," zegt Geelvinck, "dat men ons de schuld geeft, als een boef zijne straf niet krijgt. Onze waarde collega zal zich toch niet storen aan domme praatjes? Hij moet veel brij hebben, die ieders mond wil stoppen." "Ik zie er intusschen geen bezwaar in," zegt Witsen, "dat Burgemeesteren nog eens aandringen bij den Heer Boreel, om ijveriger nasporingen te doen."

De Heeren Evertsen en Almonde zijn verstandige lieden, en de Prins bezit de gave der overreding althans," voegt hij er bij, "wanneer hij met geene al te zwaartillende Heeren te doen heeft." "Zeer waar," zegt Witsen: "er behoort moed toe, om 't met Z. Hoogheid oneens te blijven."

"Geroken misschien," zegt Geelvinck met een geruststellenden glimlach: "maar hij zal lang rondsnuffelen eer zijn neus hem bij de aangelegde mijn brengt. In allen gevalle, als hij bij ons komt visschen, zullen wij hem met een kluitje in 't riet sturen." "Stil!" zegt Witsen, "daar is hij." Appelman komt binnen, en de beide Heeren rijzen op, om hem te groeten.

"Wat zal ik u zeggen?" merkt Witsen aan: "wij hebben een tijd beleefd, toen er te weinig zorg voor de defensie gedragen werd, en dat is ons in 72 zwaar genoeg opgebroken." "Zie eens," vervolgt Appelman, terwijl hij twee nummers van de Opregte Haarlemmer Courant voor den dag haalt, "de nieuwsmaren zelven brengen 't uit voor wie ooren heeft om te hooren.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek