Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 oktober 2025
Op die punten kon Sir John hun meer betrouwbare inlichtingen verschaffen, en hij vertelde hun, dat de Heer Willoughby hier in de buurt geen eigendom bezat; en dat hij hier alleen vertoefde, als hij de oude dame kwam bezoeken op Allenham Court, die een bloedverwante van hem was, en wier bezittingen hij zou erven; terwijl hij erbij voegde: "Ja, ja, hij is de moeite waard om te veroveren, dat kan ik je verzekeren, Elinor; hij heeft nog een mooie buitenplaats in Somersetshire ook; als ik je was, ik stond hem niet af aan mijn jongere zuster, al rolde ze van nog zooveel heuvels af.
"Dat kan wel zijn; maar Willoughby is in staat... ten minste ik denk..." hij zweeg een oogenblik, en voegde er toen bij met een stem, die van zich zelve niet zeker scheen: "En uw zuster... hoe vatte zij..."
"Voorloopig," antwoordde Willoughby verward, "zijn mijn verplichtingen van dien aard... dat... ik durf niet hopen..." Hij zweeg. Mevrouw Dashwood kon van verbazing geen woorden vinden, en weer volgde er stilte. Willoughby verbrak het zwijgen door met een flauwen glimlach te zeggen: "'t Is dwaasheid, nog langer zoo te blijven dralen.
Die vrouw, waarover hij schrijft, wie ze dan ook moge zijn, of... ja, ieder, behalve jij, mijn beste zuster, mama en Edward, kan zoo hardvochtig wreed zijn geweest, mij te belasteren. Is er, behalve jelui drieën, een schepsel ter wereld, dat ik niet eerder van kwaad zou verdenken dan Willoughby, wiens hart ik zóó wel ken?"
Zijn naam, antwoordde hij, was Willoughby, en op het oogenblik was hij gelogeerd te Allenham, vanwaar hij hoopte, dat zij hem zou willen toestaan haar morgen een bezoek te brengen, om te vernemen hoe Mejuffrouw Dashwood het maakte. Dat verlof werd hem gaarne geschonken, en daarop vertrok hij, interessanter nog in haar oogen dan te voren, midden in een zware regenbui.
"Brandon is nu zoo iemand," zei Willoughby eens, toen zij samen over hem spraken, "die door ieder wordt geprezen, en om wien niemand geeft; die steeds met blijdschap wordt begroet; maar wien iedereen vergeet aan te spreken." "Dat is nu juist de indruk, dien hij ook maakt op mij," riep Marianne. "Daar behoef je je niet op te verheffen," zei Elinor; "want het is van jullie allebei onrechtvaardig.
Willoughby was een jonge man met een helder hoofd, een levendige verbeelding, een opgewekte natuur en iets openhartigs en vriendelijks in zijn optreden.
Maar hoezeer zij zich ook teleurgesteld en gegriefd gevoelde, ja somtijds geërgerd door zijn onzekere houding tegenover haar, zij bleef toch over het geheel ten volle bereid om al zijn handelingen te beschouwen met die eerlijke toegevendheid en onpartijdige ruimheid van oordeel, die haar, met vrij wat meer moeite, door haar moeder indertijd waren afgedwongen ten behoeve van Willoughby.
Ik voor mij geloof stellig al was Willoughby werkelijk zoo beminnelijk gebleken, als hij getoond heeft het tegendeel te zijn, dan zou Marianne nòg met hem niet zoo gelukkig zijn geworden, als ze zijn zal met Kolonel Brandon." Zij zweeg. Haar dochter was het niet geheel met haar eens; doch dat meeningsverschil werd niet geuit en kon dus geen aanstoot geven.
Ze begon bijna een hekel aan Edward te krijgen, en ten slotte eindigde die opwelling, zooals elk gevoel bij haar moest eindigen, met een terugkeer in gedachten tot Willoughby, wiens gedrag dan ook wel een opvallende tegenstelling vormde met dat van zijn uitverkoren aanstaanden schoonbroeder.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek