Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juli 2025
Het lieflijke slot Wijnendale zal u weder ontvangen, Mijnheer Van Bethune zal de troon zijner vaderen beklimmen, en dan zult gij zijn ouderdom door uw liefde ondersteunen; dan zult gij aan uw tegenwoordige pijnen niet meer denken dan om u over hetgeen gij om de liefde uws doorluchtigen vaders geleden hebt, te verblijden.
De oude Graaf werd door zijn onderdanen met pracht ingehaald en ging op het slot Wijnendale wonen. De voorwaarden der vrede met Frankrijk voorgesteld hebbende, werden dezelve in het algemeen door de steden afgekeurd, doch de oude Graaf, nog tijd voor zich hebbende, hoopte dat hij derzelver goedkeuring met meer moeite zou kunnen verkrijgen.
De edele heren die niet in Wijnendale gehuisvest waren, verlieten het slot met genoegen: als getrouwe ridders verblijdden zij zich dat zij hun oude Vorst nog eens mochten believen en dienen. Die in het graaflijke slot verbleven, begaven zich in hun slaapvertrekken. Twee uren later hoorde men niets meer in Wijnendale dan de roep der wachten, het geblaf der honden en het geblaas der nachtuilen.
Ik hoor de honden blaffen, men heeft ons reeds in 't gezicht; want de brug valt en de stormegge gaat omhoog." Het slot Wijnendale , door de edele Graaf Gwyde van Vlaanderen gesticht, was een der fraaiste en sterkste lusthoven die er in die tijd bestonden. Uit de brede grachten, met dewelke het omringd was, klommen dikke muren in de hoogte; menigvuldige uitstekende waakhuisjes hingen aan dezelve.
Wees blijde, de schoonste toekomst wacht ons; ik zal het slot Wijnendale doen herstellen, om ons allen weer te ontvangen. Dan zullen wij nog samen ter valkenjacht uitgaan; verstaat gij, hoe vrolijk onze eerste tocht zijn zal." Een glimlach van onuitsprekelijk geluk en een zoen van tedere liefde waren Machtelds antwoord.
Hij bleef zo lang in bedenking verzonken totdat de voeten der paarden op de brug van Wijnendale galmende, hem uit zijn mijmering deden opstaan. De ganse stoet ging in het slot. Men haalde de brug achter hen niet omhoog en de egge viel ook niet neer. Enige ogenblikken later kwamen de Franse heren met hun wapens aangetogen uit het kasteel.
Een ridder, die men bij zijn kleding als Overste kon herkennen, naderde omzichtiglijk bij Breydel, en na hij bevolen had dat men hem geen beweging mocht toelaten, sprak hij tot de Vlaming: "Wij kennen elkander van ouds, roekeloze Laat! Gij hebt in het woud te Wijnendale de schildknaap van Mijnheer De Chatillon doodgeslagen en ons, ridders, met uw mes durven bedreigen.
"Overmorgen zal Mijnheer De Valois met zijn gevolg naar Wijnendale komen om ons te geleiden. Ik heb de Edelen, die mij nog in mijn ongeluk getrouw blijven, doen ontbieden om hun kennis hiervan te geven. Maar uw broeder Robrecht komt niet waarom zou hij zolang uit het slot blijven?" "Is u zijn twist van deze morgen reeds vergeten, heer vader?
"Nog zoetere hoop heeft de Leeuw mij voor u gegeven, Machteld. Misschien is de verlossing uws vaders aanstaande, misschien zult gij eerlang met hem en al uw bloedverwanten in het schone Wijnendale zijn." "Wat zegt gij, mijn vriend? Uw liefde boezemt u deze woorden in. Streel mij toch niet met een onmogelijk geluk." "Wees ook niet zo ongelovig, Machteld.
Intussen was de jonge Gwyde genaderd, hij stond met open armen voor de bedstede en scheen ook om een omhelzing te smeken. Zodra Machteld hem bemerkte, sprak zij tot hem zonder haar vader los te laten: "Ha, mijn beminde neef Gwyde, gij ook zijt hier! Gij weent over mij? En Mijnheer Willem die ginds zit te bidden, en Mijnheer Jan van Namen; zijn wij dan te Wijnendale?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek