Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 mei 2025
Als een niet te ontwarren kluwen staan de veertien vereenigden rug aan rug tegen elkaar gedrongen, vast besloten tot een wanhopige verdediging. De moedige houding van het hoopje bleek ontzag in te boezemen; maar in zijn gevaarlijken toestand, daar zoo midden op de brug, kon de weifeling bij den ruitertroep niet lang duren. »~Vooruit!~" klonk een gebiedende stem: »~Er op in!~"
Opeens, juist toen ik er over nadacht halt te houden, bemerkte ik eenige weifeling onder onze vijanden. Niet zoodra zag ik dit of, bevreesd dat zij zouden ontsnappen, gaf ik het afgesproken sein.
Daniël Vere trok even de schouders op. Ongelijk? herhaalde Elize, nog in weifeling. Ach, misschien niet, Eline kan natuurlijk doen wat ze wil. Wil ze liever niet gaan, eh bien, soit, dan zullen we een migraine voorwenden. Niets gemakkelijker dan dat. Maar je zal je verschrikkelijk embêteeren, Eline. Ach neen, heusch, ik blijf liever thuis! sprak Eline. Ten minste, als je het niet kwalijk neemt.
Gedwongen zijn te bekennen: de onfeilbaarheid is niet onfeilbaar; er kan in het dogma dwaling bestaan; alles is nog niet gezegd, wanneer een wetboek gesproken heeft; de maatschappij is niet volmaakt; het gezag is aan weifeling onderhevig; een breuk van het onverzettelijke is mogelijk; de rechters zijn menschen; de wet kan zich bedriegen; de rechtbanken kunnen zich vergissen! een scheur in het oneindig blauw des hemels te zien!
Vier, de vermetelsten, die aan de spits waren, werden aan den voet der barricade neergeschoten, en deze moedige troep nationale garden, die echter de militaire standvastigheid misten, moest, na eenige weifeling, met achterlating van vijftien lijken terugtrekken.
Maar "in weifeling houdt" zeg ik voorzoover wij aannemen dat de begeerte wordt belemmerd door vrees voor een ander kwaad, dat hem evenzeer kwelt, zoodat hij niet weet welk van de twee hij zal afwenden. XXXIX en Opmerking St. LII v.d. D. en overigens over Lafhartigheid en Vermetelheid Opmerking St. LI v.d. XLIV. Eerzucht is onmatige Begeerte naar roem. St. XXVII en XXXI v.d.
Wat hij vroeger in zich zelf had gehouden voor deugd en degelijkheid, hij had al lang ontdekt, dat dat niets dan hartstocht en trots was, of eigenlijk, alleen hartstocht, want ook die trots was niets dan dat, passie, een brandend verlangen om zich altijd te voelen boven anderen door gevoelsverfijning, door alles te zien, te hooren en te vatten met zijn gevoel, de tinten van zelfvoldoening in een melancholische stemming, de trillingen van jaloezie in een hoogen lach, de weifeling in een stap, het dwalen van een blik, een begeeren om zich te weten een gevoelslekkerbek, wien alle grove genietingen tegenstaan.
Tegenover het dreigend gevaar, tegenover den dood van den heer Mabeuf, dit somber raadsel, tegenover den gesneuvelden Bahorel, terwijl Courfeyrac om hulp riep, tegenover den bedreigden knaap, en zijn vrienden, welke hij of te hulp komen of wreken moest, was alle weifeling verdwenen, en met zijn twee pistolen in de hand had hij zich in het gewoel gestort.
Zij ging, met moeite haar tranen inhoudend, den kleinen salon uit, terwijl Marie zuchtend haar boek opnam. Mevrouw Verstraeten was bij haar man, in de serre, gaan zitten. Zij had iets opgevangen van Lili's korte, driftige zinnen, en zij was vol van een gedachte, die over haar vriendelijk gelaat een weêrschijn van weifeling wierp. Wat is er? vroeg de oude heer.
"Te water met hem! Hij is een Hollander! wat let ons die verbraste monnik?" riepen verscheidene stemmen. "Neen! neen!" schreeuwden anderen, "het is vader Syard! welkom weer te Stavoren, vader Syard! vader Syard heeft het verraad aan de Grietlui ontdekt! Zij hebben u slecht te eten gegeven, Vader! Hoezee! Leve vader Syard!" Er ontstond een weifeling onder de menigte.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek