Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 mei 2025
Dat is: Eén ding wensch ik mij boven alle andere, Eéne spijze vroeg en laat; Zalig kan men door 't tranendal wandelen, Wanneer dit ééne met ons gaat: Onverwrikt op éénen Man te zien, Die met bloedig zweet en doodsbenauwdheid Op Zijn aangezicht nederzonk, En den kelk des Vaders dronk. Als geheel andere menschen verlieten we de kerk. We hadden den Heere ontmoet, en waren in Hem gesterkt.
"Wie meewerkt is medeschuldig " Er zou iets voor te zeggen zijn om nu eerst de gebeurtenissen rondom de Protestants- gedoopte Joden weer te geven; we komen evenwel op hun lot terug in hfdst. 9 en vervolgen de chronologische behandeling van de protesten van de kerken.
"Ik ben heel arm, ik heb geen goud en geen juweelen om u aan te bieden: 't eenige wat ik had, hebt u al weggenomen, de kip die ik dacht te verkoopen...Neemt alles mee wat u in mijn hut kunt vinden; maar laat me hier met vrede. Laat me hier sterven!" "Vooruit! Je moet komen, en als je niet goedschiks meegaat, zullen we je binden." Sisa barstte in bitter schreien uit. De mannen waren onvermurwbaar.
Daar begon een man te zingen, dat was de deun, de lijzige deun, en als aangestoken begon ieder mede te zingen: de mannen in de gekleede jassen, de vrouwen en meisjes als dames gekleed. «We gaan niet dood, we gaan niet dood!" zong het om hem, fatsoenlijk-lollig en heesch-krijschend en opgeblèrd en uitgebruld ging het van hem weg. «We gaan niet dood, we gaan niet dood!"... gerekt en onafgebroken herhaalde zich de deun over de hoofden heen, onder de festoenen van lichten door.
"Da's 't éérst dat we met mekaar praten." "Ja, 't eerst," zei ze, 'r vingers in onrustig beweeg. "Hoe wist jij dat ik van jou hield?" "Dat wist 'k niet." "Dat wist je wel." "Ja dat d
Wij geuren En beuren Ons hoofdje u bij! Ons hoedde, ons voedde Met luchtjes en zuchtjes De wei! De wei! De wei! En haast er En blaast er Het windje nabij Daar draaien en waaien We als blaadjes en zaadjes Voorbij! Voorbij! Voorbij! Gaat zachtjes Met lachjes Ons hoofdje op zij Dan: zwijgende neigende Komen wij droomen Van Mei! Van Mei! Van Mei!
We ontmoeten u als lot- en lotgenoot. Eigenaardige spreekwijze, om te kennen te geven; "als deelgenooten van uw lot, zooals gij het van het onze zijt." IIIe Zang, vs 95, bl. 37 rl 4 v. o. 't Is afgrond, waar de spijt een hel in 't hart doet branden. De "Spijt" is hier het juiste woord om den gekrenkten trots over het, verbanningsvonnis uit te drukken.
»Ik zal jullie zeggen wat 't is, heeren,« zeide hij, »we zijn allemaal bang.« »Spreek voor jezelf,« zei Giles, die de bleekste van de drie was. »Dat doe ik,« antwoordde de ander. »'t Is natuurlijk en fatsoenlijk, bang te zijn onder zulke omstandigheden. Ik ben bang.« »Ik ook,« zei Brittles; »alleen is 't niet noodig, 't iemand zoo maar in zijn gezicht te zeggen.«
Zij moesten er het hunne van hebben en weldra klonken allerlei uitroepen van schrik, angst en verbazing door de lucht. »Vooruit!" riep Kees, »wijs ons liever den weg. Met oudewijvenpraatjes komen we niet verder." »Het zijn geen praatjes, heer!" verdedigde zich de Dajak. »Welzeker zijn het praatjes! De Kenjaoe's zijn oude vrouwen, die gelooven, dat menschen in vogels kunnen veranderen."
Mevrouw Groote had er intusschen voor gezorgd, dat „de rommel” bij Walten door een werkvrouw eenigermate was opgeredderd en verder diezelfde vrouw voorloopig als „gezelschap” bij de ongelukkige Annette gelaten, omdat zij vond, dat „de stumperd” zoo akelig alleen en verlaten zat, als haar vader uit was. Toen was zij naar Hostein gegaan en had gezegd: „Luister eens, Willem! Ik ben bij Walten aan huis geweest; ’t is daar een echt treurige boel, veel armoediger en ellendiger dan ik me ooit had kunnen voorstellen; wij moesten de handen ineenslaan en zien of we iets voor hem kunnen doen; de man heeft in zijn tijd voor menigeen wat overgehad.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek