Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 mei 2025
De nacht is vreeselijk geweest. De storm bedaart niet. Wij leven te midden van geraas en onophoudelijke losbarstingen. Het bloed komt uit onze ooren. Wij kunnen geen woord wisselen. Het weerlicht is niet van den hemel. Ik zie terugkeerende zigzag-lijnen, die na eene snelle vaart weder van beneden naar boven gaan en het granietgewelf treffen. Als het eens instortte!
De duisternis bedekte het aardrijk, bij wijlen vervangen door de schrikverwekkende verlichting van het weêrlicht: groote plassen, waarin de nederstortende regen blinkende waterbellen vormde, en witte hoopen hagelsteenen vulden in een oogenblik de rijsporen en andere oneffenheden van den weg, en maakten mij het voortgaan hoe langer hoe moeilijker.
Vroolijk staken de witte legertenten, die zich van afstand tot afstand vertoonden, tegen het donkere groen af der omliggende bosschages. Nu en dan schitterde hier en daar onder het somber geboomte de glans van een lanspunt of van een helm, die een straal der zon terugkaatste en als een weerlicht in de donderwolk flikkerde.
En met een bekoorlijk schouderophalen en liefelijke spijtigheid zag zij Marius aan. Iets als een weerlicht schoot tusschen beide wezens. 't Was hun onverschillig of er iemand tegenwoordig was. "Ik bemin u!" zei Marius. "Ik aanbid u," zei Cosette. En onweerstaanbaar vielen zij in elkanders armen.
Overigens waren deze weinige weken als een weerlicht geweest; men had voor niets anders den tijd gehad dan om elkander te beminnen.
Uit de verte gezien, fel beschenen door 't blauwig electrische licht en rosachtig getint door de op de plankieren brandende lantarens, met de bewegende zee en den donkeren horizon, waaraan af en toe het weêrlicht flikkert, als achtergrond, maakt het geheel een infernalen indruk.
Wij zullen hem gemakkelijk inrekenen, want hij is alleen. Ik zal...." Eensklaps zweeg hij. En wat hij zag was ook wel geschikt om hem te verbazen, en te maken dat de woorden hem in zijn keel bleven steken. Er sprong namelijk uit de duisternis, snel als een weerlicht, een klein, nietig, kreupel kereltje; het zwaaide met een geweer, en sloeg met een goed gemikten kolfslag den hoofdman ter aarde.
Alle drie vielen ze mij, toen ik bij haar kwam, om den hals en wilden maar niet loslaten. Guter Mann! en Dank! Dank! zeiden ze voortdurend. »Maar ik moest daar op dat oogenblik niets van hebben. We moesten voort, zoo gauw we konden, want het wrak slingerde als de weerlicht en het dek werkte zoo, dat er scheuren in gaapten, open en dicht, alsof het monden waren.
En ik daag den Hemel uit, als ik u met een redelijk woord wil opbeuren ikke, den Hemel uitdagen? Da's een beetje straf! .... 'k Zal ik u wat zeggen, en zachtjes ook: moest er mij een greintje ongeduld in 't lijf zitten, kinderen: 'k bleef geen weerlicht langer bij u in huis. Ik kan 't niet afzien! Ssjt! Ssjt! deed Donaat, benauwd rondloerend.
"Drommels! Wees op uw hoede. Hij voert een geduchten degen. Hij kent de grepen; rechtstreeks valt hij aan, zonder feintes te verspillen; hij heeft een forsche vuist, is vlug als 't weerlicht, pareert juist en stoot wiskunstig. Duivel! en links is hij ook." In een hoek tegenover Grantaire speelden Joly en Bahorel domino en spraken over liefdezaken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek