United States or France ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij kon haar nog begeeren, dat schoone schepsel: ja, wonderlijk! het begeeren, waaraan hij tot heden nooit rechtstreeks had durven denken, was opeens sterk geworden over hem. Maar zijne teedere achting, zijnen innigen eerbied voor haar als twee lentebloemen had haar giftig spotten ze gedood. Onder zulke overpeinzingen valt den wandelaar het loopen niet lang.

Ook meent men, dat ter plaatse, waar men vaak een dwaallichtje ziet, een schat begraven ligt; men noemt ze dan ook wel blauwe vuurtjes. Tot deze groep kan nog gerekend worden het St. Elmsvuur, dat op de masten der schepen verschijnt. Aanvankelijk waren de dwaallichtjes boosaardig, trachtten zij den eenzamen wandelaar opzettelijk te misleiden.

Op een dier banken zag onze wandelaar, na een tijdlang te zijn voortgegaan zonder iemand te hebben ontmoet, een man gezeten van, naar 't hem voorkwam, middelbaren leeftijd en eene, niet lange maar bijzonder krachtige statuur, met breede schouders en zwaargewelfde borst, een man wiens uiterlijk voorkomen, zonder dat hij van de reden zich wist rekenschap te geven, op merkwaardige wijze zijn aandacht trok.

De historische Mookerhei, die zich uitstrekt achter het hotel, roept de herinnering aan Mauve in ons op en is schilderachtig en rijk. Hier stijgt zingend de leeuwerik omhoog, vliegt krijschend de kievit boven het hoofd van den wandelaar, genieten de schonkige koeien een ongekende ruimte.

"Voorzeker lieve vader!" was Adelgondes antwoord: "Eene wandeling zou te vermoeiend zijn." "Vooral bij zulk drukkend weer," hernam Van Bergen: "het is waarlijk zoo warm alsof wij reeds in de hondsdagen waren. Zie dien armen wandelaar dáár," vervolgde hij, Adelgonde op den zooeven door ons verlaten jonkman wijzende: "Zie eens, de zweetdroppels parelen hem op het gelaat.

Treffende bevestiging van 't woord der Schrift: »Alle vleesch is als gras en alle heerlijkheid des menschen is als een bloem van het gras. Het gras verdort. De bloem valt af." Telkens en telkens wordt dit weer gezien. Een wandelaar komt in een heerlijk lustoord. Liefelijke bosschaadjes wisselen af met blinkende watervallen; slingerpaden voeren langs sierlijke perken.

Zij zag den wandelaar en merkte waarnaar hij keek. "Een Fransche kogel heeft dat gedaan," zeide zij. En zij voegde er bij: "Wat ge dáár, iets hooger, in de deur bij dien spijker ziet, is het gat van een grooten musketkogel. Hij heeft het hout echter niet doorboord." "Hoe heet deze plaats?" vroeg de wandelaar. "Hougomont," zei de boerin. De wandelaar richtte zich op.

Dien ten gevolge vertrok Tokiyori uit op zijn uitnemende zending, en kwam ten slotte te Sano, in de provincie Kozuki. Het was toen in den wintertijd, en een vreeselijke sneeuwstorm was oorzaak, dat de aanzienlijke wandelaar het spoor bijster werd.

Daar zijn statige rotspoorten, die zich over 't water welven; daar zijn steenen, die voortdurend worden overspoten met wit schuim, en andere, die zich in zwartgroen, onbewegelijk stil water spiegelen. Daar zijn reuzenpannen, in de rots uitgehouwen, en geweldige spleten, den wandelaar uitlokkend, zich in de diepten van den berg te wagen, tot in het hol van den Kullaberggeest.

De dagen der muziektent zijn nog niet gekomen, de zee maakt hier alleen muziek voor den eenzamen wandelaar. Niemand droomt van de hooge teenen strandstoelen, waarin Duitsche bankiers aan hunne millioenen en Hollandsche freules aan hare bruidstoiletten zullen denken, totdat het fluisterend lied der golven ze al te zaam in den slaap der onnoozelen zal hebben gewiegd.