United States or Mongolia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Doch toen de Bisschop WULFRAM hem daartoe te Medemblik, zijn zetel, den doop plegtig zou toedienen, en hij op zijne vraag, waar zijne Heidensche voorouders zich bevonden, tot antwoord ontving, dat deze, als ongeloovigen, verdoemd waren, trok hij zijn voet uit de doopvont terug, verklarende, liever met zijn voorgeslacht in Wodans zalig Walhalla dan met den geringen hoop Christenen in den hemel te willen zijn.

Het Voorspellied van het einde wordt gezongen: het is herfst. Idoena zit aan den voet van Schrikesch, en zwijgt. Zij is het beeld van stille, droeve herfstdagen, als de bladeren van de boomen gevallen zijn, en de regen stil en onafgebroken stroomt. Niets kunnen de godsgezanten van de treurende te weten komen, en na vergeefsche pogingen keeren zij naar Walhalla terug.

Ja, Dakerlia, ik bemin u; niet zooals een ander man u zou kunnen beminnen, neen, meer dan het leven, meer dan mijne plaats in het Walhalla der vaderen, meer dan mijner ziele zaligheid...." "Schromelijk!" zuchtte de maagd. "Wat gij zegt, heer, is eene godslastering!" "Eilaas, het is waar: ik ben blind, betooverd, zinneloos", ging Disdir voort.

De Roof van den Regendrank Wodan was eens uit Walhalla weggegaan om den verjongenden drank van den lenteregen weer terug te halen, dien de Reuzen hem ontstolen hadden en in den harden winterbodem hielden verborgen. Lang reeds hadden de goden uitgekeken, of Wodan nog niet wederkeerde, tot eindelijk een vogel hun heilige hallen binnenvloog.

Toen zeide de doode: "Ik mag aan niets meer wanhopen, nu gij aan de borst van den doode rust. Het is nu tijd om over de bloedroode wegen te rijden. Want ik moet in het Westen van den wolkenhemel zijn, eer de haan van Walhalla de helden wekt." Toen reed Helgi heen en kwam in Walhalla.

Dood is Bel, de sterke krijgsman, dood Thot, de reus met de havikskop; dood zijn de heerlijke goden, die rustten op bedden van wolken van den Olympus, dood zij, die heldendaden deden en in het wel versterkte Walhalla woonden. Al de goden der ouden zijn dood, behalve Eros, Eros de alles beheerschende. Zijn werk is alles wat ge ziet. Hij houdt de geslachten in stand. Hem ziet ge overal.

Luchtkok kookt in Vuurketel den zonne-ever, die Zeezieder heet: de edele ever in de spijs in Walhalla, maar weinigen weten, waarmee men zich voedt. Gierig en Gulzig, de wolven Wodans, krijgen het eten van den koenen kampheld, die de legers leidt, want Wodan zelf drinkt slechts wijn.

Ook over wat hem gevraagd werd uit de geschiedenis van de goden hoe Njord, die een Wane was, onder de Asen werd opgenomen en hoe de helden van Walhalla elkander dagelijks dooden in den strijd en dan weer gezond bij elkander komen om gezamenlijk den maaltijd te nemen, over alles wist Stormsterk met veel verstand te verhalen.

Zelfs de zaal van Walhalla, Wodans zaal, zijn honden die hem altijd begeleiden, de raven, die hem op den schouder zitten of uitvliegen om te zien en hem te melden wat ergens ter wereld gebeurt, de helden-meisjes die er mede bieden, alles kent Vermomde als een, die het van nabij heeft gezien, maar de heilige openbaring dringt niet tot Roodspeer door.

Schreeuw niet, gij grijze berijder der wolken, Bereid is uw gastmaal! Walhalla, uw maagden zien neêr, De stamme van Hengist zendt gasten. Schud uw donkere lokken, gij maagd van Walhalla; Roer uw trommels van vreugde! Menige stap richt zich straks naar uw wallen, Menig gehelmde kruin!