United States or Mozambique ? Vote for the TOP Country of the Week !


Al wat er bij ons te lijmen, te plakken en te repareeren valt, doe ik." »Zoo! En hoe heb je dat geleerd?" »Met probeeren, dominé! Moeder gromde altijd dat ik tot niets nut was, toen ben ik aan het opknappen gegaan van oude platen en prenten in haar winkel.... en.... en.... nu zal ze toch niet zeggen, dat ik den kost niet waard ben."

Het is een toevallige hinderpaal, dien Saknussemm niet heeft aangetroffen, en als wij hem niet omverwerpen, dan zijn wij niet waard het middelpunt der aarde te bereiken!" Zoo sprak ik! De ziel des professors was geheel in mij overgegaan. De zucht tot ondekkingen bezielde mij. Ik vergat het verledenene, ik verachtte de toekomst.

En dan zat mevrouw in een gemakkelijken stoel voor 't open raam en lachte hartelijk. Ze begon zich al wat beter te gevoelen; ze was opgeruimder geworden, en dat is voor een zieke al heel wat waard. Nu was Klaas dan weer bij Jo. Ze speelden samen wat in den tuin, en plaagden toen Nel een beetje. Maar die had er niet veel aardigheid aan. »Laat me met rust, plaaggeesten«, riep ze.

Tegen den middag scheurde het waas, dat als een tulen gordijn den horizon bedekte, en in de nu doorschijnende lucht verschenen, eenig om te zien, de met sneeuw bedekte toppen, die het dal insluiten, een smaragd in zilver gevat, en die aanblik was alleen de reis wel waard. Zonder eenige inspanning kan men op deze reis de merkwaardige en beroemde ruïnen van Kaschmir bewonderen.

De waard was een oud man, die niet moede werd hun te vertellen over alles, wat de stad reeds had moeten verduren. Hij sprak over de geduchte bestormingen, die de Spanjaarden hadden beproefd, en over de verschrikkelijke bombardementen, die hadden plaats gehad en waarbij al meer dan zeven duizend bommen in de stad waren geworpen.

Wat die vreemde heeren betreft, het is mij de moeite niet waard hen op de hoogte te brengen; maar gij zult mij toestemmen, waardige vriend, dat de naam van vrouw Snibs, dien ik niet eens het recht heb te voeren, niet verdiende in eere te worden gebracht.

Zal ik mij als een razende dweper den beulen toewerpen en uitroepen: 'Ik ben ook een martelaar?" Hoor eens hier, mijn verheven briefschrijver; zie mij eens goed in de oogen! Best! En laat ik u nu zeggen, dat gij er niets van meent. Wat hebt gij uitgevoerd, kwast! in die acht dagen, dat de Rotterdamsche kermis geduurd heeft? Immers niets dat de moeite waard is.

Op het oogenblik dat Söller wil stelen, drijft de verschijning van den waard, zijn schoonvader, hem in het alcoof, waar hij gedwongen wordt een warm liefdesonderhoud tusschen Alcest en Sophie bij te wonen, dat duurt totdat Alcest al te vurig zich betoont. Den ochtend daarop beklaagt Alcest zich over den diefstal.

Alles heb ik u toevertrouwd; stond het er zoo mee, dat het niet anders kon, dan sou ik ook zoo handelen als de anderen, maar daar het nog niet zoo ver is, zoo dat ik haar nog tot de uwe kan maken, zal ik dit ook doen. Wat zou mijn vriendschap u waard zijn, als ik met eere haar niet de uwe liet worden?