Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juni 2025


Welnu, kort daarna ontving ik een brief van den heer Scharten, waarin hij, sprekend op zóó objektieve wijze over de gebreken, die zijn eigen werk in zijn oog aankleven, als ik slechts zelden heb waargenomen en die hem tot eer verstrekt, tevens verklaarde van deze mijne beide beweringen gemakkelijk de onjuistheid te kunnen aantoonen.

"Het doel, dat gij daarmee hebt is duidelijk genoeg. Onze muren zijn hoog; daarom zijt gij vooruitgezonden, om, voorgevende dat u naar werk kwam zoeken, hier binnen te komen, ten einde dan de poort voor uw kornuiten te kunnen openen. Daarom zijt gij er ook zoo dicht bij blijven zitten." "Wat?" viel de andere in drift ontstekend uit, en tastte meteen in zijn zak.

In aansluiting aan onze opmerkingen over Spitsbergen in het vorig nommer, moeten wij nog vermelden, dat, naar Petermann's Mittheilungen, Noorwegen zich thans opmaakt voor een groote wetenschappelijke expeditie naar Spitsbergen, als om op te komen tegen Zwedens bewering, dat het profiteert van anderer werk in die streken.

Hij zond het portret van Florentine naar Calatrava, maar heeft helaas niet de voldoening mogen smaken zijn werk voltooid te zien; voor drie weken is hij gestorven. Stervende heeft hij mij bezworen om de hand van mijn dochter aan niemand anders te geven dan aan den zoon van zijn handelsvriend.

Hoewel wij in deze tweede uitgave, waarbij de tweede ondergeteekende dat deel voor zijne rekening heeft genomen, dat in den eersten druk door den heer Schlimmer is bewerkt, zooveel mogelijk getrouw zijn gebleven aan het hierboven uiteengezette werkplan, konden toch de resultaten van het wetenschappelijk werk van twintig jaren niet zonder invloed blijven op de behandeling van verscheiden artikelen.

Zie voorts de schets van Groote Pier en zijne daden in het Mengelwerk der Leeuwarder Courant van 11 Maart 1834, door W. Eekhoff zamengesteld, en de daar aangehaalde Schrijvers. Op welk eene wijze het zeewezen in Friesland bestierd werd, leest men na het aangehaalde werk van de Jonge, over het Nederl. Zeewezen, I. 154 volgg.

De arbeiders zijn aan het werk; de generaal is met zijne officieren te paard gestegen; overal heerscht dezelfde regelmatige en kalme drukte als bij den bouw van een fort, wanneer de vijand reeds in aantocht is. Ik heb reeds verhaald, hoe de arbeid is geregeld en verdeeld, en behoef dat dus niet te herhalen; laat ons liever enkele wagens bezichtigen.

BOENDALE is het hier geenszins met zijn voorganger eens. In zijn Lekenspiegel sprak hij de overtuiging uit, dat de menschen tegenwoordig even goed zijn als vroeger. In zijn Teesteye neemt hij die stelling in het eerste hoofdstuk reeds weer op, gaat na hoe het komt dat wij het voorgeslacht zoo prijzen, betoogt de waarheid zijner stelling met voorbeelden uit het Oude en het Nieuwe Testament, en hangt daarna een zóó verlokkend tafereel op van de braafheid en vroomheid zijner tijdgenooten dat men een oogenblik aan ironie denkt; doch uit het gansche werk blijkt dat men den dichter ook hier moet houden aan zijn woord. Deze verheerlijking van zijn tijd komt in een eigenaardig licht te staan, indien men haar naast den proloog van het werk plaatst. BOENDALE heeft zijn Teesteye opgedragen aan een machtig en invloedrijk edelman, ROGIER VAN LEEFDALE, kanselier van Brabant en burggraaf van Brussel. Heer ROGIER was blijkbaar een MAECENAS voor BOENDALE. De dichter verzekert dat hij zijne dichtkunst wil stellen ten dienste en ter eere van zijn hoogen beschermer en diens gemalin AGNES VAN CLEVE. Hoog verheft hij beider lof, zelfs hunne namen deelen daarin: wie kan mooier namen bedenken dan: ROGIER EN ANGENEESE?

Die werk- en lees- en receptiezalen maken van het gebouw een inrichting, die het land volkomen waardig is, want Portugal heeft voor de wetenschap der aardrijkskunde het allermeest gedaan. Een der belangwekkendste gebouwen van de stad is dat voor de stierengevechten, de Praça dos Touros, met sierlijke bolvormige koepels gekroond.

Het is trouwens moeilijk in te zien, waarom een in ons land ontstaan kunstwerk daarom als een Nederlandsch werk zou moeten worden beschouwd; de plaats waar de kunstenaar heeft gearbeid komt mij voor in dit opzicht van geene beteekenis te zijn. Een beter criterium zou, ook voor de werken van beeldende kunst, zijn de plaats waar het werk in het licht is verschenen.

Woord Van De Dag

witgrijs

Anderen Op Zoek