Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
Daar vergaderden op den eersten Dingsdag na het Pinksterfeest telken jare de afgevaardigden der zeven Friesche Zeelanden. Men zag er de geestelijkheid, de edelen en de vrijgeboren mannen uit geheel den Staat zamenvloeijen, om de belangen des gemeenen Vaderlands voor te staan. De eerste dagen der bijeenkomst waren der gastvrije vrolijkheid gewijd.
Pols, zich eenigzins verontrustende, dat hunne tegenwoordigheid de vrolijkheid dezer goede menschen zou verstoren, deed eenige stappen voorwaarts, en zeide in zuiver Hollandsch: "Eilieve, laat onze komst u niet verhinderen!"
Ik verbeeld mij, als ik eens een jaar of twaalf in een atelier doorbragt, en dan eens een Italiaansch kunstreisje maakte, dat ik een heele bol kon worden. Dan verkocht ik mijne affaire, en ik zou, geloof ik, nog wel naam kunnen maken als schilder. Doch ik heb geen plan om de jonge schilders in hunne fantastische kleedingswijze te imiteren, maar wel in hunne vrolijkheid.
Maar de regte vrolijkheid ontbrak aan het deftig feest en geen vertrouwelijkheid was denkbaar; alles bleef er vormelijk, statig, stijf; en de gesprekken, even onbeteekenend als hoffelijk, werden blijkbaar slechts tusschen de drie mannen gevoerd omdat stilzwijgen onbeleefd zou zijn geweest.
Een levensbeschouwing, die alle spontane vrolijkheid en haast elk onschuldig vermaak veroordeelde en trachtte uit te roeien, moest den levenslust wel dempen en vervangen door eigen-gerechtigheid en huichelarij, de specifiek-onaangename karaktertrekken van het puritanisme.
Maar ook wanneer de gewigtige morgen aanbreekt en den voetreiziger met moed en in vrolijkheid zijnen togt begint, en gedurende den geheelen dag, dien hij aan de negen of tien uren afstands besteedt, zijn de genoegens onuitputtelijk. Ziet hem daar met luchtigen tred voortstappen; het ongewone pak, dat hij torscht, geeft hem meer gemak dan last.
Maar 't is eigenlijk meer loomheid dan matheid; en met de vrolijkheid en frischheid der vrouwen is 't juist niet precies zoo als bij den dichter: "'t Meisjen veegt met purpren handen, Gloeiend van het zonnebranden, 't Druipend voorhoofd lachend droog. Laat de lucht haar frischheid rooven, Fier van aan zijn zij' te sloven, Raapt zy aren, bindt zy schoven, Het genoegen in het oog."
Het diner kenmerkte zich overigens, zoo al niet door vrolijkheid, toch door luidruchtigheid, vooral toen de reizigers bij het dessert zich verpligt gevoelden, hunne dankbaarheid voor levensbehoud en uitredding uit dreigend gevaar te betoonen door zich een halven roes te drinken aan besten Rijnwijn.
Maar onze vrolijkheid moet uit den Heer, den Gever van dat alles, voortkomen, niet uit het ijdele genoegen, dat wij daardoor smaken. Het zien van al dat schoone en verblijdende moet ons Hem voor den geest brengen, die tot onze vreugde al die heerlijkheid rondom ons deed ontstaan.
Erasmus' Dwaasheid heet bij Rabelais la Dive Bouteille, vertegenwoordigster derzelfde welwillende wijsbegeerte of levensbeschouwing, die te midden der onzekerheid en dikwijls gemaakte deftigheid van het ondermaansche, het goed regt van den roes der vrolijkheid handhaaft.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek