Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
»Dog vrijers zijn vol list en loze streken, Hun woorden zijn wel honing-zoet, Terwijl zij dragen in 't gemoet Den angel, om te steken Haar, die hen mind.« Trots deze booze ervaring verlangen de vrijsters toch naar hun gezelschap: »Dit bosje weet, Dat ons is leet, Dat gij niet t'alle-tijdetjens, Ons met uw kout Gezelschap hout En zit aan onze zijdetjens.
Evenals de koningin-bij, geheel voor het moederschap bestemd, onderhouden wordt niet door het mannetje, wees daarvan overtuigd door haar medewerksters, de "oude vrijsters" de onvruchtbare werkbijen, die geduldig en lief op hare wijze arbeiden voor de moederplichten van den bijenzwerm, zoo zou ook het wijfje-mensch, dat geheel bestemd werd voor het moederschap, ongeschikt worden voor elke andere inspanning en hulpeloos afhankelijk zijn.
Vrees niet, wanneer wij getrouwd zullen zijn, dat =ik= haar te logeren vragen zal. Oude vrijsters voegen niet in jonge huishoudens, en wanneer ik kiezen moet, zie ik liever tien van uwe vrienden komen dan één Miss. "Van die vrienden van u hoop ik nog eenmaal partij te trekken, dat weet gij. Het minst dat gij koel tegen mij zijt, word ik koket en maak ik u jaloersch.
Om alles geregeld in zijn werk te doen gaan, zat aan het eene einde van de tafel het lieve Saartje, die de verschillende sinterklaaskoeken uitdeelde, welke de bewerking moesten ondergaan: vrijers, vrijsters, schepen, paradijzen, dagbroers, ruiters, rijtuigen, allen meestal van de eerste grootte; terwijl aan het tegenovergestelde einde moeder De Groot, die ook de thee schonk, boekjes bladgoud in breeder en smaller reepen knipte, om daarvan ieder behoorlijk te voorzien, de tafel met kopjes met water bezaaid was, en elk der genoodigden met een penseel en een konijnepluimpje was uitgerust.
Hoe dit zij, de slotsom blijft altijd, dat men haar evenals mij, om onze goede hoedanigheden zal moeten nemen; want dat wij anders groot gevaar loopen, als vrijsters te sterven."
Twee vrijsters aen den bergh die pluckten versche rosen, 365 Die sy tot haer vermaeck uyt al de velden kosen, En wat ter zijden af, ontrent een groenen bocht*, Daer sat een jonger maeght die rose-kransen vlocht.
En wel zoo, dat zij alle naar hun zin en naar hun smaak gezeten zijn; en wel zoo, dat alle antipathieën gescheiden en alle sympathieën gespaard worden; en wel zoo, dat gij daarbij eene evenredige hulde aan ieders achtbaarheid en jaren brengt; en wel zoo, dat de jonge meisjes niet te hoog, en de oude vrijsters niet te laag zitten; en wel zoo, dat gij een "geanimeerd discours" verwachten kunt; en wel zoo, dat de rij bont, immers zoo bont mogelijk, zij!
"Leentje trouwt 't eerst, pa!" "Heerlijk, heerlijk, ik trouw 't eerst, jullie blijven ouwe vrijsters!" "Daar heb je 't nou.... Kun je dan niet zien wat je doet?" "Nou 't was maar een ongelukje." "'t Heele tafelkleed bedorven!" "'t Gaat 'r toch uit met zout." "Dolf geef 't zout eens aan." "Veel op doen, nog meer. Zoo. Laat nou maar stil drogen."
Ook kunnen wij niet uitweiden over de geschiedenis van die twee kwijnende vrijsters, de twee overlevende hennen; hoeveel bekijks zij hadden en hoeveel verbazing zij verwekten, en hoe zij hunne verdere jaren doorbrachten in ei-looze beroemdheid.
Oude vrijsters, meent gij? Neen, maar gehuwde vrouwen van allerlei leeftijd, met deftige matronen aan de spits. Elke vrouw, heeft Salomo kunnen zeggen, gelooft aan de mogelijkheid van een roman, en meent, zoo vaak een geëngageerd meisje bij haar binnentreedt, een hoofdstuk uit dat boek levend te zien verschijnen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek