Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 mei 2025
Deeze beide verciersels hebben schielyk het vermogen, om hem door nieuwe pynen te doen ontwaken. Hy staat op, en, indien hy nog kragten genoeg bezit om over einde te staan, giet men hem door een zeef een geestryk vocht over het hoofd. Dadelyk gaat hy zig in de naast by zynde Rivier of Fontein wasschen, en keert naar zyne wooning te rug, alwaar hy een weinig rust kan nemen.
Slechts een vogel had zich uit deze plaats kunnen redden. En er moest terstond een besluit genomen, een middel gevonden, een partij gekozen worden. Men vocht op weinige schreden van hem; gelukkig woedde alles op één punt, tegen de deur der herberg; maar zoo 't slechts één enkel soldaat in de gedachte kwam het huis om te gaan of het van de zijde aan te vallen, was alles gedaan.
"Ik wil wel gelooven, dat je niet naar de wilde ganzen wilt kijken, als je niet in staat bent ze te bereiken." Maar de otter, die zwemvliezen tusschen de teenen had, een stijven staart, die zoo goed als een roeiriem was, en een pels, voor vocht ondoordringbaar, wilde 't niet op zich laten zitten, dat er een stroom was, dien hij niet aandurfde.
Hij wilde, dat zij door het tegen hunne wanden drukkende vocht zonder gevaar voor scheuring zouden kunnen uitgezet worden en verleende hun tevens het vermogen, tot hun vroegeren omvang vanzelf weder terug te keeren en het vocht met een krachtigen stoot voort te stuwen, zoodra dit opgehouden heeft ze uit te zetten.
Terwijl hij aldus peinsde, trad vrouw Toussaint binnen. Jean Valjean stond op en vroeg haar: "Naar welken kant is het? Weet ge het?" Verbaasd, wist vrouw Toussaint niets te antwoorden, dan: "Wat belieft u?" Jean Valjean hernam: "Hebt ge mij aanstonds niet gezegd, dat men vocht?" "Ach ja, mijnheer," antwoordde vrouw Toussaint. "'t Is naar den kant van Saint-Merry."
"Nooit," zeide koning Arthur, "zag ik een ridder, die moediger vocht. Wie zal mij zeggen, wie hij is?" Maar niemand wist zijn naam. Toen zwoer de koning, dat hij wilde wachten, tot hij den ridder beter kende: dan eerst zou hij hem Galiëne schenken.
Buitenop werd de verrukking wel eenigzins bekoeld door het nederdalende vocht; maar toch de Engelschman gaf zijne groote vreugde te kennen, dat het hem gebeurde, een onweder tusschen de bergen bij te wonen; de andere heeren wikkelden zich in hunne jassen en mantels, en zagen het schouwspel in stilte aan.
Ik sidderde; en, op mijne beenen waggelend, steunde ik mij met de hand aan den rug van eenen stoel. De kapitein had intusschen eene kas geopend. Hij haalde er eene flesch uit, en schonk een donkergroen vocht in een glas. Groen was voor mijnen geest de eigen kleur van vergif. Onzeglijk werd mijn schrik; als met versteendheid geslagen, zag ik het glas mij tot de lippen naderen!
"Des bêtises, wissen Sie, maar dat is toch erg, gehoond te worden tot het laatste, te moeten verdwijnen, zonder dat vuile, krieuwelige tuig, mijn innige verachting in 't gezicht te kunnen spuwen. O, ce Crépieux!" en zijn knorrige stem was met vocht beloopen, "hij is me de baas." Ze liepen.
Met gematigder tred vervolgt hij zijn weg: de koelte des morgens is geweken en de liefelijke stralen der zomerzon koesteren zijn gelaat; de poriën worden geopend, en in milden overvloed stroomt het vocht van zijn voorhoofd af.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek