Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juli 2025
Wij zullen wel oppassen, dat alles voorzichtig de trappen opga, zonder dat er iets breke van al de kostbare kristalwerken en fraaie porseleinen, die gij ons ten geschenke medebrengt, en zonder dat de keurige stoffage beschadigd worde, welke gij mij vereeren wilt om een danskleed van te maken.... Tusschen twee haakjes, ik hoop, dat gij nog eenige nieuwe rokken en vesten voor u zelven hebt liggen in een van die koffers; want zoo dat smerige pakje, 't geen gij nu aanhebt, uw eenige gewaad is, mogen wij wel terstond naar den kleêrmaker sturen en u, zoolang hij bezig is, achter slot houden; want een vreemde zou schrikken, zoo hij u zag."
Daar waren de Europeanen van de stad, de handelsmannen hadden hunne zaken gelaten, van bijna alle terrassen spikkelden in het zonnedonker van hun ledende confectie-kleêren, reepjes van halsboorden-wit en hoekjes van de open vesten.
Goeie Hemel, worst bij zoo'n hitte; ... de gedachte aan worst maakt me onwel. Dat Selterwater is overheerlijk. "Drink niet te snel mijnheer. 't Water is ijskoud." "Heerlijk!" hij smakt met de lippen "verrukkelijk!" Een pauze. De Germanen trekken hun vesten uit en bestellen nog meer bier. "#Puff#! ik geloof dat men van dat water nog warmer wordt.
De roodhuiden mijn waarde aanverwanten, kan ik niet beoordeelen daar ik door de jassen, vesten, en broeken waarmede zij overtogen zijn niet veel van hun huid zag, en ik alleen door de veêren op hun hoofd en hun gelaatstrekken gelooven moet dat 't roodhuiden zijn.
"Maar hij had het over flanellen vesten," zei Marianne; "en voor mij is een flanellen vest onvermijdelijk verbonden aan pijnen, zinkingen, rheumatiek en alle soorten van kwalen, waar mee oude en zwakke menschen behept zijn." "Had hij maar hevige koorts gehad, dan zou je niet half zoo verachtelijk op hem hebben neergezien.
Aartsvader Adam had, met twee paar rijen neven, Natuur den tol betaald, den stervling voorgeschreven; En 't menschelijk geslacht, het aardrijk overspreid, Zich reeds, naar 't Godlijk woord, vertalrijkt uitgebreid. In steden saamgeschoold, beschut voor 't overvallen Met ondoordringbaar woud of opgeworpen wallen, Bebouwde 't, met een' arm door d' arbeid sterkgespierd, Zijne akkers, zonder vrees voor 't woeste roofgediert'; Of 't zwierf, met draagbre tent, en zuivelrijke lammeren, De bergvalleien langs, te vreden in zijn jammeren. Het fiere Hanoch, 't oudst der burchten, stak het hoofd In 't uiterst Oost omhoog, van d'ochtendgloed gestoofd, En telde, als moederstad, van Land- tot Landgewesten, Een overtalrijk kroost in meer bekrompen vesten, Tot waar de Hiddekel by d'avondgroet der zon, Zijn' Westelijksten tak te rug boog naar zijn bron, Om, dwars door 't steil gebergt', in slorpende aard bedolven, Een' weg te zoeken ter ontlasting van zijn golven. De middelvlakte was van Gihons kil besproeid, Met Pizon, arm in arm, doorstrengeld en doorvloeid, En zag, door cederbosch, en palmen, en olijven, Den Frath zijn' sneller stroom naar de open zeekust drijven Alwaar de middagzon zich spiegelde uit het Zuid, En strekte een heuvlenrij naar Hanochs landpaal uit. Het Noorden, door een' muur van hoog gebergt' omsloten, Weêrhield den stormwind daar, die, 't aspunt afgeschoten, Het landomvaâmend meir van uit zijn kolken joeg, Om 't droog te omspoelen dat des aardrijks rug besloeg. Een koopren schild gelijk, dat zwellende uitgebogen, Zich opheft uit zijn rand, met blaauwend staal omtogen. En door 't geweld des krijgs met bult en bluts bedekt, Lag daar 't bewoonbaar vlak, van oost naar west gestrekt. Zijn bodem was graniet, met aardmulm overtrokken. Men zag geen menigte dooreen geworpen brokken Van rots 't eenvormig strand, of, midden in het meir, De golven scheiden, of geen spits het hemelsch heir Verbergen. 't Was één land, van éénen plasch omgeven:
Weldra ontfermde zich de goddelijke Morpheus over dezen negentiende-eeuwschen Automedon. Voor Van Pommerens winkelglazen was een splinternieuwe ministersrok uitgestald, en lagen de zomerstoffen, waarvan de residentiepronkers hunne vesten lieten maken.
Na enige gezellen ter plaatse gelaten te hebben, om de uitval der verschanste Leliaards te beletten, liepen zij met allerhaast naar de vesten en verdeelden zich op de bedreigde muren. Niet zonder voor hun geboortestad te duchten, zagen zij dat de Franse soldeniers reeds bezig waren met het ineenvoegen der balken die tot schrikverwekkende werktuigen moesten opklimmen.
Het waren manufacturen, gebreid goed, mutsen, omslagdoeken, zakdoeken, kousen, onderbroeken, vesten, knoopen, garen, katoen, naai- en breikatoen, naalden, scharen, scheermessen, oorringen, ringen, zeep, pommade, schoensmeer, slijpsteenen, poeders voor zieke paarden en honden, vlekkenwater, tandwater, middelen om 't haar te doen groeien of om het te verven, enz.
De gedempte vesten hebben hier een uitgestrekt bouwterrein geopend, waar een nieuwe stadsaanleg is begonnen, met ruime, breede straten. Hier verrijst op de plek, waar de hoofdstraat van de stad naar het Badhuis zich met den weg naar Middelburg vereenigt, op het Elizabeth Wolffsplein een fontein, ter eere dezer schrijfster en harer vriendin gesticht. Elizabeth Wolff was te Vlissingen geboren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek