Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


Ontsnapte hem nu en dan nog eens een ruw woord of een onhebbelijke uitdrukking, dan was een verwijtende blik van Augusta, of een fronsen der wenkbrauwen van Tournel voldoende om hem te doen begrijpen, dat hij verkeerd had gedaan.

Met eene koele, gebiedende beweging van zijne hand wees hij den koningszoon terug, en zeide met bevende en verwijtende stem: »Raak mij niet aan, verblinde knaap! Gij zijt de liefde niet waard, die ik u tot op heden toedroeg.

Frans zag, hoe de Israëliet met den kruiwagen een vervaarlijk gezicht tegen den vigilante-man trok, en al zijn krachten inspande om het nederig voertuig met het rad op een stoep te beuren, en hoorde, hoe de aschman op den anderen voerman schold, hem de "stommeteit" verwijtende waarmede hij in zoo'n nauw sloppie maar toereed, zonder te bedenken dat 'r noodwendig geharmel zou komen.

Deze verwijtende taal trof Karel VII zoozeer, dat hij, zijn vermaken vaarwel zeggende, zich geheel aan den oorlog wijdde en zoo wel zijn minnares als zijn koninkrijk behield. Een andere vertelling, door denzelfden schrijver bewaard, toont nog sterker het vermogen aan, dat in zijn tijd de vrouwen op haar minnaars hadden.

Bovendien waarom was die man blind? En, nu eenmaal blind zijnde, waarom was-i arm? En nu eenmaal arm zijnde, waarom... och, er was geen eind aan verwijtende vragen. "De Fancy-verschijning had hem aangestoken met onmetelijkheid.

»Wanneer men eindelijk Nitetis zelve...." Bij deze woorden van den Athener verbleekte de koning, en eene lichte huivering voer door zijne leden. Hoe gaarne zou hij de geliefde hebben wedergezien! Maar de sterke vorst vreesde de betooverende of verwijtende blikken van deze vrouw.

"Waarom spreekt Mijnheer Willem dan van sterven?" "Gij hebt hem niet wel verstaan," antwoordde de Graaf, "de toestand van Philippa is niet veranderd." Terwijl de jonge Machteld haar tranen met een doek afdroogde, smeet zij een verwijtende blik op Willem en sprak snikkend: "Gij bedroeft mij steeds nutteloos, Mijnheer!

De stad smolt weg, de huizen werden kleiner, de blikkerende vensterraampjes schenen hen weemoedig na te staren, als met verwijtende oogen die traanden. Was het niet jammer dat zij vluchtten? Hadden zij niet liever moeten blijven?

Deconinck bleef koel voor hun verwijtende blikken en antwoordde: "Ja makkers, hoezeer dit ook aan uw vrije harten mishaagt, is dit echter de laatste toevlucht die ons overblijft, om onze stad van de verwoesting te redden." Jan Breydel had, gedurende deze woorden, met bitsig ongenoegen geraasd en getierd.

Al dichter boog ze zich tot de liggende over, en het doodsbleeke gelaat van Wiltrud staarde met levenlooze verwijtende oogen de zondige vrouw aan. Het scheen deze, alsof een overhangende rots op haar hijgende borst nederstortte om haar te verstikken.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek