Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


En hij las den heelen brief over en voelde zich vaag-verdrietig en leeg. 't Was 't niet! 't Was nog heel anders. Hij zou 't nooit kunnen zeggen zoo zuiver en eenvoudig als 't was. Hij schreef alleen nog: 't Is 'n kille dag vandaag, mijn vingers verkleumen, morgen verder. En den volgenden dag: O ja, nu zou ik je vertellen hoe 'k me dagen doorbreng. Zóó: Ik sta 's morgens om acht uur op.

Waren wij in de lente of in den zomer, ik zou het u gewonnen geven; doch thans, neen.... die heeren doen verstandig bij den warmen haard te blijven; zij hebben ook wel andere bezigheden." "Nu ja, dat kan wel wezen. Doch wat die koude aanbelangt, geloof mij lieve freule, er zijn immers ook nog jeugdigen, wier zuidelijk bloed niet zoo spoedig in de aderen zal verkleumen.

Ik begreep de zaak als een grap te moeten beschouwen en voegde hem lachend toe: "Welnu, Dominique! is het te Parijs de gewoonte de menschen op het portaal te laten verkleumen, voordat men ze veroorlooft naar bed te gaan?"

Bij sneeuwjacht en storm geraken de kudden verstrooid, hollen als zinneloos de steppe in, storten zich in 't water en zelfs in zee, blijven stompzinnig op dezelfde plaats staan, laten zich door de sneeuw bedekken of verkleumen, zonder eenige pogingen aan te wenden, om zich op een of andere wijze te beschutten of naar voedsel om te zien. Soms bezwijken duizenden op één dag.

Doch komt de Heere ook in de wereld uwer kleeding in, dan wordt dit alles nieuw en anders. Als ge daar dan al uw kleederen voor u ziet liggen, dan hoort ge de stem des Heeren: Mijn wol en mijn vlas! en ge verheft u niet, maar dankt. Zijn wol en zijn vlas! En daarom kunt ge uw kleed niet ongebruikt wegbergen, terwijl een arme bij bittere kou, uit gebrek aan deksel, verkleumen zou.

Sneeuw, hagel en regen, voortgejaagd door een scherpen noordenwind, deden mij bijna geheel verkleumen. Op eens gebood mijn meester mij te wachten en tegelijk duwde hij mij in de schaduw van een vooruitspringenden muur, terwijl hij de straat verder in liep. Na eenige oogenblikken keerde hij weder.

Toen ze haar kind voelde verkleumen, legde ze het op de bank, waar nog andere vrouwen op waren gezeten en om te verhinderen dat de golven haar het schreiende wicht zouden ontrukken, drukte zij het in smartelijken angst met de knieën tegen de bank. Lang kon ze dit echter niet volhouden, de krachten begaven haar.

Ik zou al die overdaad niet willen, die mij gestadig in de ooren zou roepen: er zijn menschen die honger lijden! daar zijn er die verkleumen! er zijn armen! er zijn armen! 't Is in 't voorbijgaan gezegd, niet verstandig de weelde te haten. In dezen haat zou de haat tegen de schoone kunsten opgesloten liggen.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek