Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 oktober 2025
De schoone brunette en ik bleven dus zoo goed als alleen in de schemering, slechts verhelderd door de grillige vlammen van het lustig brandend kolenvuur. Zij zette zich in een vensterbank neder en betuigde er zich in te verheugen, dat zij na den eten aangenaam gezelschap had. Dit was allerliefst; maar ik merkte aan, dat een eenzaam schemeruurtje ook zijn waarde heeft. Zij hield er niet van.
Nu, wij zijn gelukkiger, en we verheugen ons, dat wij deze parel van christelijke kunst wel niet ontdekt, maar toch in beeld gereproduceerd hebben en haar bij onze verzameling kunnen inlijven.
We behoeven niet lang te raden, waarom hem dit aantrok. Sinds overoude tijden is het uittrekken van de gewapende macht een soort volksfeest, dat toen zoowel als nu zich mocht verheugen in de belangstelling van het publiek.
De rivier komt weer uit het zand te voorschijn en de Boot drijft op haar wateren en zij, die er in zitten, verheugen zich, want de uren van den nacht gaan voorbij.
Zij maakt het mogelijk, zich in het Geheel te verheugen, door dit Geheel in het kleinste te aanschouwen. Want de Geest des Geheels is "das Ewig-eine Das sich vielfach offenbart". V. Begrijp nu dat de jonge, angstig zoekende Goethe de kiem van deze ideeën in zich droeg.
In verder voortgeschreden toestand zien we die genoemde deelen optreden; het middelpunt van het gevoel is de hersenen, vanwaar de zenuwen ontspringen naar eenige bijzondere zintuigen. De betreffende dieren verheugen zich dan in het vermogen tot gevoel.
Het is zoo, gelijk gij zegt: het ware beter mij te verlaten. En toch ... ik kan u nog niet laten gaan! Blijf al is 't maar een korte poos; zet u nog eenmaal aan mijne zijde, en verheugen wij ons, al ware 't ook voor het laatst, nog eenige oogenblikken in die meer rustige, door onbedwongen hartstogt niet verstoorde gesprekken, waarin ook gij toch als ik te voren zooveel genoegen vondt.
Ach, hoe verheugen mij, ach, hoe verheffen de oudere dagen mijn diepste gemoed! Is er wel iemand, die 't ooit kon beseffen wat gij, oud hof, mij nu zegt, mij nu doet? Zalige lieden, al te arglooze menschen, weinig begeerdet gij, groot was uw hert! –Kon het maar helpen, met weenen en wenschen, weêr ate ik roggenbrood, naast u aan 't berd ! 2 Dwarshout tot koppeling van de kapgebinten.
Mijne verdiensten! Ja, voorwaar! die waren schitterend, maar de goede vrouw moest er zich in vergissen, dat is waar, want sinds ik mijn eerste geld had verdiend, sinds het jaargeld, voor mijne vrienden voor mij samengebracht, niet meer geacht werd mij noodig te zijn, en ik dus geheel op eigen wieken dreef, had ik haar nooit meer iets gekost, was het mij zelfs mogelijk geweest haar van tijd tot tijd met een, klein geschenk te verheugen, als bewijs dat het mij goed ging en dat ik niets behoefde.
Ik heb eerder reden, om mij er over te verheugen, dan te beklagen, want als de graaf niet zoo slecht met mij had gehandeld, zou ik nu in zijn dienst zijn in Sicilië en misschien in een onzekere positie. In één woord ik zou niet de vertrouweling zijn van den hertog de Lerme." Nunez was zoo levendig getroffen door die laatste woorden, dat hij de eerste oogenblikken niet kon spreken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek