Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 oktober 2025


»Gij hecht daaraan dan meer dan hij zelf, want hij heeft met gretigheid in de scheiding toegestemd; de heer Veere daarentegen dringt met al het vuur van den hartstocht op de verbintenis aan... Gij ziet dus zelf, dat er voor ons geene reden is om te aarzelen."

Nog altijd hield Japi z'n pet vast met z'n rechterhand, z'n rechterarm steunde op de verschansing. 't Woei zoo hard, dat Bavink z'n hand opzij van z'n neus moest houden om adem te halen. Japi zat daar maar, alsof hij thuis was. Toen vertelde Japi dat i van plan was, nog enkele weken in Veere te zitten, tot zijn geld op was. Schilderen leek 'm wel aardig, als je 't goed kon.

Hij gaf het gewenschte verlof en bood aan zelf ten gids te strekken aan het Hollandsche echtpaar; bij den eersten blik op mevrouw Veere had hij de zekerheid dat zij Claudine niet was; hij moest er nu meer van weten; hij ontdekte zich aan de dame als: Frits Rosemeijer, en deze vertelde hem lachende, dat zij Clara van Houten was, uit E., gelijk hij zelf.

Wie in tijden als deze een half millioen kan wagen zonder een bedorven man te zijn als hij verliest, is in zekeren zin meester van den toestand en kan met de rampen van anderen zijne winst doen; de firma Verburg en Veere zou eene schitterende toekomst tegengaan, en later...." »Maar, vader! kan de heer Veere dan niet uw associé zijn zonder ik zijne vrouw worde?"

Gisteren nog kende je geen vrees en was je even moedig als altoos." "O, ja, dat was gisteren, Gijsbrecht, maar nu .... " "En waarom ben je dan nu wel bevreesd?" "Omdat ik .... O, Gijsbrecht, 't was zoo akelig, o, ga toch niet naar het hof te Veere .... Omdat ik zoo'n vreeselijk naren droom gehad heb." "Ik moet gaan, Bertha.

De hoofdstad van het vroegere Markgraafschap, de markiezenstad Veere, waar in 1862 Koning Willem III bij een bezoek nog als "de geliefde markies" werd aangesproken, iets, wat den Vorst zeer trof, is tot een onbeduidend dorpje verlaagd.

Te Veere nam ik den volgenden dag een vroege boot en voer naar Zierikzee in een fijnen regen, wanhopig eentonig, een hollandschen regen, die echter spoedig overging in dikke pijlvormige stralen, met woeste vaart uit den hooge naar beneden schietend.

Wij noemen nog den bekenden Sebastiaan de Lange, een zoon van Veere, die in 1572 in den strijd tegen de Spanjaarden op de Zeeuwsche stroomen aan den grond raakte, door den vijand aan boord geklampt en geënterd werd, doch zich niet wilde overgeven en liever dan dat de lont in het kruit stak, een voorbeeld, later door meer dan één Nederlander gevolgd; wij wijzen op Ewoud Pieters Worst en Boudewijn Ewoutz., op Jan en Joost de Moor, Pieter Adr.

Veere noemde hem een dwaas en beschuldigde Claudine van roekeloosheid en trots, omdat zij de vijftigduizend gulden, die haar toebehoorden, zoo onberaden in den draaikolk van eene failliete massa had geworpen.

Gij hebt Veere immers dat geld wel teruggegeven, dat gij vroeger van hem geleend hebt?" »Nog niet!" antwoordde hij met verduisterden blik, »maar.... dat zal later met al het andere wel geschikt worden." »Wat is er dan nog meer dat geschikt moet worden, waar dit noodige naar wachten moet?" vroeg zij ernstig, en hem met een uitvorschenden blik aanziende, waaronder hij het hoofd afwendde.

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek