Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juli 2025
Niet de kennis van de eerste, maar die van de tweede en derde soort leeren ons waarheid van valschheid onderscheiden. Bewijs. Deze Stelling is vanzelf duidelijk. Immers wie tusschen waarheid en valschheid weet te onderscheiden, moet een adaequate voorstelling hebben omtrent wat waar of valsch is, d.w.z. Opmerking II St. XL v.d. Stelling XLIII.
Frits was ronder, meer open, doch beliep daardoor juist de kans, om bij een eerste kennismaking minder aangenaam te zijn. Zoo kreeg het wel den schijn, alsof Jack meer gevoel, meer ridderlijkheid bezat dan Frits, en toch was niets minder waar dan dat. Onder dat schoone masker was wreedheid verborgen en valschheid.
Boosaardigheid en valschheid, wildheid en onbeschaamdheid, willens en wetens geopenbaard, treft men slechts bij weinige aan. Als hun een gevaar dreigt, keeren zij zoo schielijk mogelijk naar hunne schuilplaatsen terug; slechts zeer weinige onder hen zijn schrander genoeg, om op listige wijze vervolgingen te ontgaan.
Maar hij bedaarde even spoedig en sprak: "Placida, een man zou mij die beschuldiging niet ongestraft toesturen; in u evenwel eerbiedig ik niet alleen mijne verloofde, maar tevens de vrouw. Men heeft u bedrogen, ongetwijfeld; men heeft kwaad van mij gesproken en gij, gij hebt het geloofd! Ik had recht op meer vertrouwen van uwentwege. Mijne valschheid! Gij acht mij valsch?"
Niet langer wordt hij ons voorgesteld als een dapper ridder, wiens onkreukbare trouw en groote hoffelijkheid hem tot een steun der zwakken en een bestrijder der boozen maken integendeel: wij worden ingelicht over zijne valschheid en onbetrouwbaarheid en over de lafhartigheid van zijne gedragingen.
Ik herhaal dat ik meen reeds het antwoord op deze vragen gegeven te hebben. Wat toch het onderscheid tusschen een ware en een valsche voorstelling betreft: uit Stelling XXXV van dit Deel blijkt dat de eerste zich verhoudt tot de tweede als iets bestaands tot iets niet-bestaands. De oorzaken der valschheid echter heb ik van Stelling XIX af tot Stelling XXXV met de Opmerking daarbij ten duidelijkste blootgelegd. Waaruit tevens blijkt welk onderscheid er is tusschen een mensch die ware en een die uitsluitend valsche voorstellingen heeft. Wat eindelijk het laatste punt betreft: namelijk hoe iemand kan weten dat hij een voorstelling heeft welke aan het door haar voorgestelde beantwoordt: ik heb zooeven meer dan voldoende aangetoond dat dit alleen een gevolg hiervan is d
De zijnen volgden hem, nadat zij allen, een voor een, vriendelijk gegroet hadden. "En de kerel is toch een schobberd!" zei de oude Blenter. "Als de verf niet een vinger dik op zijn bakkes lag, zou men de valschheid er uit hebben kunnen proeven. Een kogel door zijn kop was het beste geweest!"
Moordzucht, roofgierigheid, wreedheid, bloeddorst, arglistigheid en valschheid zijn gewoonlijk niet eens de ergste beschuldigingen, die de man tegen de Hyenas inbrengt; hij zal er bijvoegen, dat zij de graven openen, en de lijken verslinden, en hierdoor een zeer gerechtvaardigd afgrijzen opwekken in de gemoederen van alle toeschouwers, die met de levenswijze dezer dieren onbekend zijn.
Zij komt dan ook later met haar buit in de kamer en toont telkens bewijsstukken van haar groote vaardigheid. "Men spreekt van de zucht tot vleien en de valschheid van de Kat, ook wel van haar wraakzucht, maar overdrijft dan sterk.
Valschheid en vervalsching waren volgens het oudste rom. recht slechts in enkele gevallen strafrechterlijk vervolgbaar, b.v. valsch getuigenis; zij konden evenwel tot een civiele rechtsvordering aanleiding geven. Sulla's lex Cornelia de falso stelde de aquae et ignis interdictio op testament- en muntvervalsching.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek