Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


VALENTIJN. Nu, met een ladder, hecht van touw gemaakt, Met een paar haken, die men vast kan werpen, Beklimt men eener tweede Hero toren, Zoo maar Leander stout het wagen durft. HERTOG. Nu, spreek, zoo waar gij aad'lijk bloed bezit, Waar kan ik zulk een ladder mij verschaffen? VALENTIJN. Wanneer behoeft gij die? Meld dit mij, heer.

Ik heb besloten, dat gij een'gen tijd Met Valentijn aan 's keizers hof zult toeven; Wat hem wordt toegelegd door zijn verwanten, Diezelfde som ontvangt ook gij van mij. Wees gij nu morgen voor de reis gereed; Geen tegenwerping; 't is mijn vaste wil. PROTEUS. Zoo snel, heer, kan ik niet reisvaardig zijn; Ik bid u, overweeg een dag of twee.

SILVIA. 'k Ben geen gebiedster, zulk een dienaar waardig. 106 PROTEUS. Ik, eed'le jonkvrouw, ben te onwaardig dienaar, Dan dat uw hoogheid mij een blik vereer'. VALENTIJN. O, staakt dit spreken van onwaardigheid! Neem, eed'le jonkvrouw, hem als dienaar aan. PROTEUS. Mijn een'ge roem zal wezen, u te dienen. SILVIA. Geen dienaar derft zijn loon.

FLINK. Uw eigen tegenwoordige dwaasheid en haar verbazende leelijkheid; want toen hij verliefd was, kon hij zijn hoosbanden niet zien vast te strikken, en gij kunt, sinds gij verliefd zijt, uwe hozen niet zien aan te trekken. VALENTIJN. Dan zijt gij, knaap, naar het schijnt, ook verliefd, want gisteren morgen kondt gij mijn schoenen niet zien te poetsen.

HERTOG. Zwak is die liefdesindruk, als een letter, In 't ijs getrokken; schijn' de zon een uur, Zij is verwaterd, ied're trek verdwenen. Een weinig tijds smelt haar bevroren geest; Dan is die lage Valentijn vergeten. Zoo, gij daar, Proteus? Is uw landgenoot Op 't uitgevaardigd hoog bevel vertrokken? PROTEUS. Vertrokken, heer en vorst. HERTOG. Zijn heengaan heeft mijn dochter diep bedroefd.

Aksijns van wijn enz. en andere uit- en invoerrechten. Belastingen geheven van de prijs van verkochte huizen en landerijen. Zegelrecht. Valentijn zegt, dat een korenmolen, die de regering had, jaarliks 1400

VALENTIJN. Gij stelt uzelven, vrees ik, dus ten toon. PROTEUS. Gij smaadt de liefde; en ik ben niet de Liefde. VALENTIJN. Liefde is uw meester, want die meestert u; En hij, die zoo het juk draagt van een dwaas, Zij, dunkt mij, bij de wijzen niet geboekt. PROTEUS. Toch staat geboekt: zooals in de' eêlsten knop De worm verterend huist, zoo kiest de liefde Verterend woning in den eêlsten geest.

Zelfstandige bewerkingen van poëtische stoffen, ook door Fransche dichters behandeld, doch kwalijk als vertalingen te beschouwen, brengen ons de romans van Ogier, van Malegijs, van Huge van Bordeeus en van Valentijn en Nameloos, alle in fragmentarischen toestand tot ons gekomen.

Heer Eglamour, ik wil naar Valentijn, Naar Mantua, waar hij, zoo hoor ik, toeft; En daar de wegen hoogst onveilig zijn, Zoo vraag ik, steunend op uw eer en trouw, Dat gij mij op de reis geleiden wilt.

THURIO. Die meer lust heeft, zich aan uw bloed te goed te doen, dan in uw lucht te leven. VALENTIJN. Gij hebt gesproken, heer. THURIO. En gedaan ook, heer, voor ditmaal. VALENTIJN. Ik ken dat, heer; gij hebt altijd gedaan, eer gij begonnen zijt. 32 SILVIA. Een fraai geweervuur van woorden, edele heeren; en wakker losgebrand! VALENTIJN. Dat is zoo, jonkvrouw, dank aan wie het gaf.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek