Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


En in het midden der smarten hoorde men haar uitroepen: «Heere Jezus! mijn ligchaam moge mijnen meester toebehooren, mijne ziel behoort U toe, en Gij wilt niet dat die zondigt door toestemmen in ontucht met mijnen vader en broeder. Heere! Gij hebt voor mijne zonden oneindig meer geleden dan ik ooit doen kan uit gehoorzaamheid aan Uw gebod. Daarom, Heere Jezus!

Na verschillende uitroepen van: »nu weet ik 't!« en »nu heb ik 't!« en vele herhalingen van de wandeling en het wenkbrauwfronsen, bleef hij eindelijk stokstijf staan en sprak: »Als u mij volle, onbeperkte volmacht geeft, om Giles en den kleinen Brittles wat angst aan te jagen, geloof ik, dat 't mij lukken zal.

Geheel anders was het met een Duitsch gezelschap niet ver van hen, die geen heuvel zagen, zonder "O, wie herrlich schön!" geen dorp, "o, wie ländlich!" geen woning zonder, "wie glücklich!" uit te roepen; zagen zij eenige minuten noch heuvel, noch dorp, noch woning dan bepaalden zich de uitroepen tot himmlische Gegend en irdisches Paradies.

Het aantal reizigers groeit even snel aan als hun ongeduld, want een dikke, oude juffrouw met een parapluie, die gevaarlijk achteruit steekt onder den linker- en een taschje aan den rechterarm, staat voor het loket, schijnt niet de minste haast te hebben en neemt volstrekt geen notitie van de ongeduldige uitroepen en 't onwillekeurige opdringen der overigen.

De Voortrekkers van Bloedrivier en Vechtkop hadden hetzelfde onbuigzame en taaie karakter van de achttiende-eeuwers nog, dat hen in staat stelde daden te volbrengen, die door alle eeuwen heen met bewondering zullen worden aangehoord en ons gewone stervelingen zullen doen uitroepen: »En in die dagen waren er reuzen op aarde."

Meneer Rustig gaf met een paar woorden, telkens afgebroken door uitroepen van pijn, opheldering van het voorgevallene en intusschen was de dokter bezig hem de kousen uit te trekken. De behandeling van den geneesheer gaf den gewonde spoedig leniging van pijn.

"Heerlijk!" antwoordde ik met eene gemaakte geestdrift. Maar waartoe diende dan ook de ophef over een ouden kwartijn in grof kalfsleeren band, een geelachtig boek, waaruit een verkleurd leesteeken hing? Intusschen kwam er maar geen einde aan de uitroepen van bewondering van den professor. "Zie," zeide hij, zich zelven vragende en antwoordende, "is het niet mooi? Ja, zelfs bewonderenswaardig!

Luchtig en vrij wandelt men voort, in alles volkomen zijn meester, en met innig welgevallen slaat men het oog op het valies, dat men torscht, daar men met zelfvoldoening kan uitroepen: "Omnia mea mecum porto!" Waar een schoon natuurtooneel bijzonder de oogen boeit, vertoeft men zoo lang men lust heeft; en hoeveel ziet men niet, dat anders voor het oog verborgen blijft!

Spreek hem van een meesterstuk, door de hand van Wappers voltooid, hij zal met kleinachting uitroepen: "Wie kan er een Dahlia schilderen? Onmogelijk! onmogelijk!" Verhaal hem, hoe zijn oudste zoon een buitensporig leven leidt, hij zal beweeren, dat dit alleenlijk daaruit voorkomt, dat de jongeling meer liefde gevoelt voor meisjes en herbergen dan voor Dahlia's.

Onze verbazing was voortdurend ten hoogste gespannen; onze uitroepen verminderden niet; Ned noemde de visschen op, en Koenraad deelde ze in klassen in; ik was opgetogen op het gezicht van hunne bewegingen en de schoonheid hunner vormen. Nooit was mij het geluk te beurt gevallen, die dieren levend en vrij in hun natuurlijk element te aanschouwen.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek