Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 mei 2025
Tromp kreeg zijn gevraagd ontslag niet, maar ontving van de Staten eene scherpe terechtwijzing, waarop hij besloot, zich den nieuwen stand van zaken te laten welgevallen. In een geweldigen zeeslag, die den 12 Juni 1666 begon en eerst den 14 Juni werd beslist, bevocht de Ruyter eene schitterende overwinning op de vijanden. Hij bevoer het Admiraalsschip De Zeven Provinciën.
"Ik heb," voegt Geelvinck er bij, "hooge achting voor de verdiensten van den Heer Tromp; maar ik kan toch niet vermoeden, dat hij, de Luitenant-Admiraal-Generaal, de belangen der onderneming beter zou verzekerd achten in de handen van een ander en die nog wel een minderen rang bekleedt."
Om de zijnen te laten weten waar ergens hij zich bevond, liet onze Ammiraal om het half uur seinschoten doen, en vast moet Witte die gehoord hebben, want hij was met zijne vijf schepen al op weg om Tromp op te zoeken toen hij de tijding kreeg, dat de Spanjaard in het gezicht was. Toch verliep er nog een geheele dag eer hij zich met ons vereenigen kon, want hij had den wind vlak tegen.
Ik hield vol, dat ik er met geen mensch over gesproken had en toen liet de kapitein Jurrie roepen. "Wie heeft je gezegd, dat we naar Spanje gaan?" vroeg Tromp op eenen zeer barschen toon. En hoor me nu dien onbeschaamden leugenaar eens aan! Weet ge wat hij antwoordde? Nu, hoor dan! "Huib Maerlant heeft het mij in den achternoen verteld, toen we bezig waren met een kabel te splitsen!"
Hoe kan onze vloot nu zee bouwen? Ziedaar ons schip! Hoe ziet het er uit! Eene modderschouw is er een paleis bij, en dat is nu het Ammiraalschip! 'T is schande! Het en is geen wonder, dat wij zeevolk te kort komen! Wie wil er ook dienen op eene vloot, die uit doornagelde turfschuiten en verteerde vischsloepen bestaat! Dat onze Tromp er niets-van zegt, dat en begrijp ik niet!"
"En is Tromp nog niet in het gezicht?" "Nergens te zien," hernam Jonker Engel. "Maar ik moet weer naar boven. Mijn vader zond mij herwaarts, om naar zijn trouwen stuurman te zien." "Zeg hem, dat de gesneuvelde met zijn naam op de lippen is gestorven en met brekende oogen mij zijn laatsten groet voor den geliefden Admiraal heeft gegeven." "Ik zal het doen. En ga jij ook weer aan het werk.
Men heeft alles op zijne rekening geschoven, en, als het ons geen leed deed, dan zouden we er om kunnen lachen, men geeft hem zelfs de schuld van den storm, die onze vloot uit elkander joeg, toen we gereed stonden den vuigen Koningsmoorder aan te vallen! Maar, al is Goede Vaêr in ongenade bij de regeering, toch niet bij ons! Leve Goede Vaêr Tromp!"
De Algemeene Staten vertrouwden echter op zijne kennis, hoopten dat de noodlottige kogel nog in lang niet gegoten mocht zijn en bleven aan den wal. Den zesden van Oogstmaand stak Tromp in zee.
Reeds spoedig zag deze dan ook, dat hij met geen te minachten partij worstelde; eene handige beweging van den luitenant deed den kerel het evenwicht verliezen, waardoor hij zoodanig met het hoofd op den rotsigen bodem terechtkwam, dat hij voor dood bleef liggen. Doch op hetzelfde oogenblik voelde de luitenant de koude tromp van een pistool in den nek.
E. H. Tenckinck, Secretaris van Hennaarderadeel te Wommels. Mr. Rein Terpstra, te Cleve. H. N. van Teutem, Litt. en Theol. Doct. Predikant te Rotterdam. H. A. Timmerman, Landbouwer te Munnekeburen. P. J. Tolsma, Lid van den Raad van Barradeel te Almenum. A. H. Tromp, te Woudsend. A. M. Tromp, te Balk. Mr. S. W. Tromp, Procureur en Wethouder der stad Leeuwarden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek