Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juni 2025
"Gij oolijke gauwdief, gij hebt waarachtig gelijk: het venster was niet hoog en hij kwam op de beenen te land; hij vluchtte de stad uit, begaf zich naar Tiel, verborg zich bij Klaas Meinertz, merkte dat deze den aanslag verraden had en hem nu overleveren wilde, stak den ouden booswicht overhoop, doch werd zelf gepakt, en evenals zijn medestanders in den Haag gerecht."
"Angelus Domini per noctem aperuit ianuas carceris," zeide de Jezuïet: "ik kwam u bericht geven van mijn bedrijven binnen Tiel.... maar zie ik ginds mijn goeden vriend niet, die om mijnentwille in ongeval gekomen is? wees hartelijk welkom in Den Bosch, mijn waaide Jonker!
In België zijn honderden kerken hem toegewijd; in Nederland vereerde men hem als patroon te Utrecht, Groningen, Middelburg, Sneek, Arnhem, Tiel, Bolsward, Venloo, Weert, Wijk-Maastricht, Dokkum, Bovenkarspel enz. enz. De dorpen St. Maarten, St. Maartensdijk, Maartenshoek voeren zijn naam. Vooral het bisdom, de stad en de burgerij van Utrecht stonden onder zijn bescherming.
Nu en dan is naast den ouden ook de tegenwoordige naam vermeld, wanneer b.v. deze laatste een algemeen bekende naam is of waar de naam van een volk nog voortleeft in dien van hunne vroegere hoofdstad. En hiermede habeat sua fata libellus. Tiel, Juni 1890. J. G. S. Z. C. de B. Een voorbericht wordt zeer dikwijls niet gelezen.
De Baron kwam met Ulrica en Bouke in het wagentje van zijn reis naar Tiel terug en vond zich nu voor de brug van zijn eigen slot den ingang ontzegd door de drie aldaar geposteerde ruiters, die hem niet verstonden of niet wilden verstaan. "Ik ben de Baron van Sonheuvel," schreeuwde hij. "Ick kenne kein Baron," zeide Karl Blutzaufer: "potstauzend, du sollst nicht drinn kommen!"
Terwijl de gulle en eerlijke landbewoners hun eenvoudig avondmaal nuttigden en Gheryt zijn wedervaren te Tiel aan het naar hem luisterend gezin verhaalde, had zich de vreemdeling in het klein, maar zindelijk opkamertje, dat hem tot nachtverblijf was aangewezen, geheel ontkleed.
Zij had den schijn van grootmoedigheid voor zich; dit kon hij niet ontkennen; en toch lag er iets spotachtigs in het gelaat des Ambtmans, dat hem kwalijk beviel en hem, vooral als hij nadacht over het gebeurde te Tiel, met wantrouwen omtrent zijn bedoelingen vervulde.
"Ik ben voor de belangen der kerk in Tiel geweest, en geenszins om met landverraders en schelmen te raadplegen; doch zoo de Heeren bericht verlangen, ik heb een vertrouweling van den Jezuïet Eugenio gewond bij mij aan huis: die zal u zeker kunnen vertellen, wat hij er van weet." "Gewond!" riepen al de aanwezigen uit: "en hoe is het mogelijk...."
"En zult gij niet meer boos zijn op Joan?" vroeg het lieve meisje, de wangen haars vaders streelende. "Wij zullen zien, hoe hij is," zeide de Baron. "Wees gij maar heel zoet, dan gaat gij morgen mede naar Tiel met de nieuwe paardjes." Na haar vader omhelsd te hebben, vertrok Ulrica met Geertrui. Vervolgens gaf de Baron aan Bouke het bevel om Joan te halen en ging in een zijvertrek.
Spoedig echter sliep hij weder in, en de nachtmerrie, welke hem nu plaagde, was van nog erger natuur dan de vorige. Thans lag hij achterover in de breede gracht der stad Tiel, en op zijn borst zat de eerzame Klaas Meinertz te paard, die hem met de knieën de ademhaling belette, terwijl Teun Wezer, de veerman aan de Waal, den armen lijder met een schuitriem op het hoofd sloeg.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek