Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juli 2025
Ofschoon Mesty zijn bedoeling niet half zoo duidelijk in zijn woorden uitdrukte als in zijn gebaren, begreep Jack hem toch ten volle en hem de hand toestekende zei hij: "Dat ge een vorst geweest zijt, Mesty, tel ik weinig, ofschoon ik er niet aan twijfel, omdat gij niet liegen kunt; maar gij zijt een mensch, en ik eerbiedig u, ja, ik heb u lief als een vriend en als het van mij afhangt, zullen we nooit weer scheiden."
Let wel! ik vergoelijk in 't minst niet uwe handelingen en tel uw schuld niet ligt; maar ik ben evenmin van oordeel dat gij tot die onverbeterlijken behoort, die men in 't belang der maatschappij onschadelijk heeft te maken.
En het is afschuwelijk, maar meerendeels slachten deze kannibalen kinderen, die in deze streek zoo weinig in tel zijn, dat men ze als geld gebruikt en er koopwaren mede betaalt. De rijkste neger is dan ook hij, die de meeste kinderen heeft!
Gij moogt uwen hond maar streelen, sprak hij, als hij al de siroop afgelikt heeft die aan zijn vel plakt; dan eerst zullen de naden goed dicht zijn. Tel mij nu mijne tien gulden. Eén had ik gezeid, sprak de oude. Eén voor het nieuw vel en negen om den hond in 't leven te roepen. En zij telde ze hem.
Maar toen zij buiten waren, en de grendel weder op de poort geschoven was, begonnen zij spottend te lachen, en Old Firehand hoorde de woorden: "Domkop! waarom laat gij ons loopen als wij tramps zijn. Tel maar eens goed met ons hoevelen wij zijn! Wij zullen met uw handjevol verdedigers korte metten maken. Binnen een kwartier zijt gij allen opgeknoopt!"
Beschouw gij uwe vrouw evenzeer als een geleenden schat, want niets is gevaarlijker voor de liefde, dan de behaaglijke zekerheid van het uitsluitend bezit. Men heeft mij berispt, omdat ik het onervarene kind naar uw land laat trekken, waar de vrouwen zoo weinig in tel zijn.
Ik tel er honderd en zie onduidelijk in de verte, nog een menigte meer. Geweldige houtvlotten drijven stroomaf. De stammen zijn aan elkander vastgesjord tot een vloer; een huis staat er op; een heel gezin woont daar.
Ja, fluisterde Madame, die niet wist waar de blikken te vestigen en ten slotte naar buiten keek, naar het wisselend avondlandschap. Ben ik van geenen tel, Madammeken, kent ge mij niet meer?... Ik ben Mie Verbinnen uit de Rozenstraat, ik leur met visch en mijn vent speelt 's Avonds kaart met Mijnheer in Het Zwart Paard, op de Paddegracht. Waar of niet waar, Mijnheerken?
»Niets, vrouwtje, niets,« zei Sowerberry. »Je bent 'n lomperd!« zei juffrouw Sowerberry. »Toch niet vrouwtje,« zei Sowerberry nederig. »Ik dacht, dat je 't liever niet zou hooren. Ik wou alleen maar zeggen « »O, begin maar niet over wat je zeggen wou,« viel juffrouw Sowerberry in. »Ik tel niet mee; je hoeft mij nergens in te halen. Ik wil me niet in je geheimen dringen.«
Hij maakte een duidelijk weersprekende beweging met de hand, en antwoordde: "Tel uw dooden en gekwetsten, en zeg mij dan of mijn handjevol rafters u zooveel afbreuk had kunnen doen. Buitendien hebt gij mijn Indianen gezien, en ook de andere blanken, die u in den rug hebben aangetast. "De andere blanken?" lachte de tramp. "Er zijn geen anderen geweest dan juist die weinige rafters.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek