Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
Oom Frans moest het zijn, die haar tot rede bracht en haar leerde, welke haar plichten waren tegenover haar eigen kind ! Hij zou het zijn, die het voor haar redde ! Volgens zijn oude, intieme manier had hij zijn arm in den haren gestoken, en zij ging, met hetzelfde gevoel van veiligheid dat zij als kind had, zonder tegenwerping met hem mee.
Zonder een enkel woord van tegenwerping, deed Mary wat van haar verlangd werd en met een hart vol bitterheid zag Hedwig toe hoe zij, steeds meer kuchend in hare lastige houding, het eene schrift na het andere tot snippers scheurde en deze op stapeltjes legde.
Zij gevoelde, dat zij zonder Marius niet kon leven, dat dit bijgevolg voldoende was, en dat Marius komen zou. Geen tegenwerping werd aangenomen; alles was zeker en gewis. 't Was reeds erg genoeg, drie dagen geleden te hebben. Marius drie dagen afwezig, 't was verschrikkelijk, goede God! Thans was deze nood, deze beproeving des Hemels doorgestaan; Marius zou komen en goede tijding medebrengen.
Hun smaken kwamen merkwaardig overeen. Dezelfde boeken, dezelfde bladzijden erin werden door hen om het vurigst bewonderd, en zoo er al eenig verschil van meening bestond, eenige tegenwerping werd geopperd, dan duurde dit toch slechts zóólang tot de welsprekendheid harer argumenten en de schittering in haar oogen het pleit hadden beslecht.
Het gepeins, dat Lieveken, hare ouders zou volgen en zij het goede kind dus in langen tijd niet meer zou zien, bedroefde haar; maar dewijl zij het vertrek der Wildenslags niet anders kon beschouwen dan als eene zeer natuurlijke zaak en als een gelukkig middel voor hen, om uit de lange ellende te worden verlost, deed zij geene de minste tegenwerping.
Dit verzacht den strengen vader geheel en al; hij geeft zonder verdere tegenwerping zijn toestemming, allen heffen samen een vroolijk lied aan, en het gordijn valt, terwijl de gelieven, in de allerbevalligste houding, voor Don Pedro geknield liggen om zijn zegen te ontvangen.
Thans maakt men alleen nog de tegenwerping "niet uiterlijk, maar innerlijk zal de vrouw van wezen veranderen als zij haar huis verlaat en aan het openbare leven deelneemt." Dit valt niet te loochenen, maar is het te betreuren? Zou het meisje van voorheen nog een passende kameraad voor den man van heden zijn?
Toen de bijzonderheden van dit gesprek door Elinor aan hare zuster werden medegedeeld, zooals spoedig gebeurde, was hunne uitwerking niet volkomen zooals de eerste zich die had voorgesteld. Niet dat Marianne in eenig opzicht aan de waarheid van het verhaalde scheen te twijfelen; want Zij hoorde alles aan met stille en onderworpen aandacht, uitte geen tegenwerping, noch eenige opmerking zelfs; trachtte Willoughby niet te rechtvaardigen, en scheen door haar tranen te toonen, hoezeer zij gevoelde, dat dit onmogelijk was. Maar hoewel dit gedrag Elinor de zekerheid schonk, dat de overtuiging omtrent zijn schuld thans werkelijk tot haar was doorgedrongen, hoewel zij met voldoening de uitwerking ervan waarnam, door te zien, hoe Marianne niet langer Kolonel Brandon vermeed bij zijn bezoeken, hoe zij tot hem sprak, zelfs uit eigen beweging, met een soort van medelijdenden eerbied, en hoewel zij zag dat Marianne's zenuwgestel minder heftig geprikkeld scheen, zij vond hare treurigheid niet verminderd. Haar geest w
Op de tweede tegenwerping antwoord ik door te ontkennen dat wij het vrije vermogen hebben om ons oordeel op te schorten. Immers wanneer wij beweren dat iemand zijn oordeel opschort, zeggen wij niets anders dan dat hij inziet dat hij de zaak nog niet adaequaat heeft waargenomen [begrepen]. De opschorting van zijn oordeel was dus in werkelijkheid een waarneming en geen vrij wilsbesluit. Laten wij ons, om dit duidelijk te doen begrijpen, eens een knaap voorstellen, die zich een paard verbeeldt en daarbij niets anders waarneemt. Aangezien deze verbeelding van een paard (vlg. Gevolg St. XVII v.d. D.) het bestaan in zich sluit en die knaap niets waarneemt dat het bestaan van dit paard opheft, zal hij noodzakelijk dit paard als aanwezig beschouwen en aan het bestaan ervan niet kunnen twijfelen, ofschoon hij er ook niet zeker van is. Wij ervaren dit dagelijks in den droom; ik geloof niet dat er één mensch is die meent dat hij, terwijl hij droomt, het willekeurig in zijn macht heeft om zijn oordeel omtrent de dingen welke hij droomt, op te schorten en te bewerken dat hij datgene wat hij droomt te zien nìet droomt. Nochtans komt het voor dat wij ook in den droom ons oordeel opschorten, wanneer wij namelijk droomen d
»Ik meen, dat de oompjes een tegenwerping willen maken," viel miss Campbell in. »Ik geloof echter een middel te hebben om die tegenwerping te bestrijden, en hen onfeilbaar tot mijn gevoelen over te halen." Zij stond op en gaf aan ieder hunner den morgenzoen. »Ziedaar, dat is voor u, oom Sam!" »En dit voor u, oom Sib!" »Ik wed dat niemand uwer nog iets in te brengen zal hebben!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek