Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 31 augustus 2025
't Vernielende is iets zeer verfijnds, o Zuster! weet waarom: Het wandelt niet op de aard, het zweeft niet in de heemlen, Maar het vertreedt met stap die stilt en 't koelt met vlerken stom De teedre wenschen die in 't hart der besten, eêlsten, weemlen; Die door het waaierend geveêrt in valsche rust gewiegd En door 't bewegen melodieus dier zachte en snelle voeten, Droomen van bovenaardsche vreugd en noemen 't monster Liefd' En, wakker, zien de schaduw Pijn, als hij dien thans wij groeten.
Voorheen pronkte ik het liefst met dit gedicht, dat geene vrouw, maar Eros zelf schijnt te hebben vervaardigd: "Wel hem! die aan uw zij, uw teedre stem mag hooren; Wiens blik den lach verrast, die kleurt op lip en koon; Hij is door 't godendom ten lievling uitverkoren, Hij evenaart de goôn.
Nu is de tijd, zeide ik, gekomen, Om in haar arm mijn minnebrand te blusschen. En 'k dankte haar wijl zij met teedre kussen Mijn hart te sussen was zòò rasch bereid. Zij nam mijn hand en boog zich tot mij over; Zei dat zij nu haar hart mij had geschonken.
'k Drink, wijl ik u voel en zie, Majesteit, macht, harmonie, Als op dat waar zij naar kijken Minnaar en kameleon lijken; Als de teedere oogjes schouwen Van viooltjes naar den blauwen Hemel, tot hun kleuren zijn Als 't azuur zoo puur en fijn; Als een grijze vochtge mist Gloeit gelijk vast amethyst Tegen den berg in 't West dien hij omhult, Wen de zonsondergang bleek-guld Slaapt op zijn sneeuw, en 't teedre daglicht schreit Om eigen eindigheid.
O teedre Maan, uw stem vol zaligheid Valt op mij als uw licht dat klaar omspreidt, Streelend en teer, den zeeman die doorglijdt, In zomernacht, eilanden eeuwig-vredig; O teedre Maan, die uw kristallen zingen In diepe holen van mijn trots doet dringen, Temmend den tijger vreugd, wiens wilde trappelingen Mij wonden sloegen, die uw balsem lenig'.
Aan de zij der teedre Jonkvrouw, wie nu 't waereldsch haast ontging, Zit de gast van d' Ammersode, zit de sombre vreemdeling. Ravenzwarte lokken rollen langs zijn bleeke wangen heen; Ravenzwarte wimpers zoomen zijner donkere oogen leên; Ravenzwarte knevels dekken 't plooien van zijn bleeken mond. Affaytadies wapen voert hy maar wie zegt het met wat grond?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek