Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juni 2025


Het kind schreeuwde nu dikwijls lang achter mekaâr, als het niet sliep. Dan kwam Marie, het boeren-meisje, dat als min aangenomen was, hief het kind op in haar armen, drukte het aan haar borsten, suste en zoogde het. En telkens zeî Mathilde, in de halsstarrigheid van haar koortsige gedachten, dat men haar Felix, zoo was het kind toch genoemd, zoû geven, dat hij dan wel dadelijk stil zoû zijn.

Werendig moedertje,... suste Neel,... de poessies binne femorrege gehoald, fa

"Nun, nun," zei Vogel.... en hij suste weêr klakkend met zijn tong, "laten we hem met vrede; 't is waar, moi, je suis un homme fini.... waarvoor en waarom leef ik nog.... is het niet omdat ik te lui en te bang om te sterven ben?"

Als toen 't blauwend wolkgevaart D' eerstlingknop deed geuren.... O, mijn neêrgebogen hart, Zeg, nu alles levend werd, Zult gij langer treuren? Al te lang suste u de Min Met haar kranke droomen in, In gewaand genuchte: Slaapt ge voort, in wangevoel, Zonder werking, zonder doel, Schoon uw jeugd ontvluchtte? Neen, waak op! Het bloeiend pad Lokt u, of ge voorwaarts tradt Roept u tot viktorie!

En hij nam nooit iets aan zonder innige overtuiging, suste nooit zijn geweten in slaap, noch voor zichzelf noch als het op anderen aankwam. Langzaam liep hij de kamer door, bleef toen vóór het raam staan en keek naar buiten. Wat verlangde hij naar haar bijna reeds voordat zij nog weg was! Hoe voelde hij, dat zij met alle kracht van lichaam en ziel aan hem gebonden was!

Het lag klein en zwakjes in de kanten, sliep korte wijlen, om dan in pijnlijk gekreun weer troostloos zich uit te rekken. Het roerde zijne bevende vuistjes en pootelde wanhopig over de witte dekens. Het werd iedermaal blauw-rood en vroege rimpels gaven hem het uitzicht van een zonderlingen ouderdom. Vere omringde het met de zoetste zorgen, was nooit moe, nam het op en suste het in hare armen.

"Zegt dan liever rechtuit dat 'k zot geworden ben, of da 'k ne leugenoar of nen bedrieger ben!" toornde de oude boer. "Joa moar, boer, ge'n meugt ou nie kwoad moaken; 'k en wil ik nie kontroarie zeggen," suste Miel.

Er zat een jogje van 'n jaar of vier op zijn schoot, kindje met opgezet-fletse koonen, oogranden rood van ontsteking. Glimlachend boog de jodenkop, de vingers aangrepen de oogleden van 't kind dat huiltrekje kreeg. "Kom, groote man", suste de dokter.

"Kind, bedwing je humeur," suste Pieter zéér voorzichtig: "ik heb honger".... In geen twaalf uur had-ie behoorlijk gegeten. Z'n maag rommelde onkiesch. 't Viel niet mee. Zóo als-ie z'n hand naar 'n vlerk uitstrekte zòng de kip. 'n Zwarte zwerm vliegen, die gesmuld had, stoof omhoog. "Nou dat nog!" , zuchtte de heer Zwaluw, 'n vies gezicht trekkend. De kip was innig veradellijkt, òn-welriekte.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek