Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 september 2025


Mijn hert gelijkt de sterre, die verschiet, en aan de hooge wanden des hemels eene sparke strijkt, die, eer 'k heraêm, houdt op van branden! Mijn herte slacht den regenboog, die, hoog gebouwd dóór al de hemelen, welhaast gedaan heeft rood en blauw en groen en geluwe en peersch te schemelen!

Eene jonge vrouw, die er in hare eenzaamheid opbeuring, troost, licht in zocht, staakte onwillekeurig de lezing, toen haar blik op de woorden rustte: "Als sy nu de sterre sagen, verheugden sy haar met seer groote vreugde." Waarom schemerde het der peinzende?

Als hij nu de kerk binnengebracht werd, kwam de kosterschoolmeester aan peter en meter, vader en moeder zeggen, dat zij zich rond de doopvont moesten scharen, hetgeen zij deden. Maar boven de vont, was er in 't gewelf een gat, dat een metser gekapt had om er eene lamp aan een vergulde sterre te hangen.

Tusschen 't sperreboomsch geveder, 't donkerzwarte, zie 'k het zwerk duisterblauw nog, hier end weder, ieder stonde minder sterk: ieder stonde, en, dóór den donker, scherper wordt het scherp geflonker van één sterre, in 't wolkgevlerk.

Nu is het spookuur voorbij en hoogere geesten onder leiding van Ariël, den geest der lucht, hebben den vermoeiden lijder opgenomen en op een bloemenrijken grasgrond uitgestrekt; zij zingen hem in slaap en zweven om hem heen, terwijl zij de rust in zijn gemoed herstellen: "Nu is de nacht neergezonken en heilig verbindt ster aan sterre zich; groote lichten, en kleine glinsteren nabij en ter verte, glinsteren weerspiegeld in het meer, glanzen in de heldere hoogten des nachts.

Te Weert bestond in 1840 nog het gebruik, dat op Driekoningenavond drie misdienaars in hun koorgewaad met ster, lantaarn en proviandkorf van huis tot huis trokken. Het lied, dat in de Zaanstreek en langs de Noordzee het zuiverst bewaard bleef, moet oorspronkelijk ongeveer geluid hebben als volgt: Wij komen getreden met onze sterre, Wij zoeken Heer Jezus, wij komen van verre.

Riemt uwe schaatsen om en legt aan op Venus, de heldere sterre, die flikkert boven de hoeve van den verrader. ... Komt dus, vrienden; rijdend en glijdend, met de akst op den schouder, worden wij geleid door het glimmend licht van de heldere maan. ... De wind fluit en jaagt witte sneeuwvlagen vóór zich op het ijs. Komt, dappere mannen!

Het waren hyperboliese lofzangen over de vorsten: »Uw grootmoedigheid, o Heer, beschaamt der wolken vochtigheid... Uwe paarden, Heer! vliegen vlugger dan de bliksemschicht en de sterre vermoeit zich in haar pogingen om die bij te houden!"

Christus lacht hen toe in de wolk, in de zon, in de sterre. Vive le Geus! De bloedige koning kreeg tijding van hunne zegepralen. De dood beloerde dien beul, wiens lichaam opgevreten werd door de wormen. Door de gangen van 't kasteel van Valladolid sleepte hij, ziekelijk en terugstootend, zijn gezwollen voeten en zijn loodzware beenen.

Maar nou, nou de boel open lee, nou zag-ie daar en daar lichte raampies en as 't donker was, zag-ie sterre"... "Dat zal vrèemd zijn geweest", zei hij, knikkend. "O zoo vreemd. Je wist nie wad-je zag. Je zag de groote beer ken je die? dat zijne d'r zeven bij mekander as briljante vier zóo enne vier zóo. De lamp hebbe we wel is uitgelate om te kijke."

Woord Van De Dag

misloop

Anderen Op Zoek