Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
Wolfgang haatte dergelijke bestrijding instinctief; ook wilde hij niet in de eerste plaats weten wat een wijsgeer volgens dezen of genen behoorde te denken, doch: wat hij werkelijk dacht. In Bayles Dictionnaire zijn vraagbaak voor onderwerpen uit de philosophie had hij Spinoza nageslagen; doch de inderdaad oppervlakkige en foutieve aanduidingen die hij er aantrof, zegden hem niet veel.
Dit is de Godskennis waarvan Spinoza zegt dat zij het einde is der deugd, God schouwende met een helderheid als waarmee wij te voren van ons eigen streven bewust waren. Want de mensch leeft in het Wereldgeheel en de geheele wereldorde, die is de geest van God, woont in hem.
Ik kreeg Tines Wobbe dwars over mijn hoofd en Huib de Leeuw lang uit over mijne beenen, en van Bob was in het geheel niets te zien. Hij lag totaal onder de anderen bedolven. Dirk Langeraar kwam boven op al de anderen terecht, en zat daar als Spinoza op zijn voetstuk, welk standbeeld in den Haag ik gezien had, toen ik eens met Pa in die stad was.
Ik gebruik niet het door Spinoza zelf gebezigde woord "Zelfstandigheid", daar het in den tegenwoordigen tijd een te beperkten, stoffelijken zin heeft. Het lijkt mij een overdreven taalzuivering, woorden als substantie en attribuut, die met Spinoza's leer gemeengoed der geheele wereld zijn geworden, door Nederlandsche te vervangen.
Ook bij Spinoza is dit het geval. Ik wil in geenen deele de groote beteekenis van zijn leer als logisch systeem, van haar scherp formuleerbare bewijzen of zelfs beweringen, ontkennen.
Onze taal is rijker aan uitdrukkingen voor allerlei gevoelsschakeeringen dan het Latijn, zoodat men er Spinoza's bedoeling dikwijls in kan benaderen. In déze zinsnede is m.i. het vertalen van hilaritas door opgeruimdheid of vroolijkheid en van melancholia door zwaarmoedigheid minder juist. Eigenlijk gewetens-knaging, wroeging. Blijkens de definitie bedoelt Spinoza echter niets anders dan Spijt.
Geest en stof, Denken en Uitgebreidheid, zijn bij Spinoza immers niet in eigenlijken zin verbonden, maar identiek, één en hetzelfde. Voorzoover hij echter stof-op-zichzelf is, d.w.z. God, gedacht als Uitgebreidheid, is zijn Lichaam eeuwig en in dienzelfden zin is zijn Geest eeuwig, als keerzijde van dit eeuwige lichaam, als voorstelling ervan, als God, voorzoover hij Denken is.
Ik heb die centrale gedachte aanvankelijk bij Spinoza gevonden. Toen was mijn denken meer psychologisch-wijsgeerig, terwijl ik het nu liever cosmologisch-wijsgeerig noemen zou. In Spinoza lag de grondgedachte dat het leven is een volharding in ons eigen zijn.
En dan al die wijsheid; ze herkende de groene bandjes van Hegel, die Han ook had, en Nietsche en Plato en Spinoza, met de witte ruggetjes, wat bekommerde zij zich nog om boeken, behalve bij 't stof-afnemen; terwijl 't hiér scheen, of wetenschap 't eenige was....
XLIX D. II wordt gewaarschuwd om "verbeeldingen, woorden en voorstellingen" met elkaar te verwarren en onze voorstellingen te beschouwen als "stomme schilderijen op een paneel". Hier bedoelt Spinoza dan echter met "voorstelling" meer uitsluitend een zuiver redelijk begrip, zooals hij dit in de Opmerking bij St.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek