Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
Of Spinoza deze eenheid van God en Wereld werkelijk "overtuigend bewezen" heeft en of zijn zedeleer van zachtzinnige kracht en kalme berusting, van "wèl doen en blij zijn", werkelijk alléén uit zìjn systeem kan voortvloeien? Spinoza zelf leefde in het ongeschokt vertrouwen dat hìj in het bezit was der "ware wijsbegeerte"[V3]; maar al konden wìj in zijn werk misschien niet anders zien dan een eerlijke, of zelfs de eerlijkste poging om de waarheid te benaderen, dit behoeft toch onze bewondering en liefde niet te verkleinen. Bij ons nog zóó ontoereikend denken is voorloopig nog niet w
I. Voordat Goethe zijn "heer en meester" Spinoza kende, gingen zijn sentimenten in de richting van diens wijsbegeerte; ook toen hij hem nog verfoeide. Later verliet hij zich gaarne op Spinoza, omdat deze met strenge betoogen aannemelijk maakte de ideeën, die hij zelf in stilte koesterde.
Er zou belangstelling kunnen gewekt worden voor Socrates, voor Cartesius, voor Spinoza en voor Kant men zou desnoods kunnen werken met een gedeelte van de klassen, waarin zich belangstelling voor het intellectueele had geopenbaard, om zoodoende zooveel mogelijk aan een ontwikkelde meerderheid een begrip bij te brengen van intellectueele waarheden.
Dat de stellingen die over de eeuwigheid des Geestes handelen voor velen zoo duister zijn ligt m.i. in de eerste plaats hieraan dat men, ofschoon Spinoza zelf er telkens voor waarschuwt, zijn onsterfelijkheid of eeuwigheid verwart met een "voortbestaan in den tijd". Maar een tweede aanleiding tot verwarring is dat Spinoza niet uitdrukkelijk genoeg doet uitkomen dat eigenlijk het Lichaam even eeuwig en onsterfelijk is als de Geest.
De Zeventiende Eeuw is, binnen de nieuwe Geschiedenis gelijk wij zeiden, de vertegenwoordigster der oude zedelijkheid, hoewel juist toen een der groote scheppers der nieuwe leer geleefd heeft: Spinoza. De oude moraal stelt de zedelijkheid in deugden, plichten, werken, die als meer of min afgepaste en aangewezen geestelijke grootheden door een zedelijke wetgeving zijn afgekondigd en gekodificeerd.
En nu is het merkwaardige dat Spinoza juist ook aangewend werd door de meer positivistische denkers, de oudere philosophen, zooals Van Vloten en Lotsy bij ons.... Hier maakte ik de opmerking, dat van het gebrek aan levensbeschouwing bij de tachtigers tot aan het streven naar meer wijsgeerige bezinning nog een stap te doen bleef.
Als hij niet in ons woont bestrijden we hem niet.... Ja, deze leer woonde in mijn gemoed en dat was voor mij een aanleiding om het positivisme ernstig te onderzoeken en tegen-motieven te vinden. En van Hume kwam ik op Spinoza. Mijn eerste studie in "De Kroniek" was een stuk over Spinoza. Ik meende in hem een levensleer te vinden die uitgaat van de geestelijke Idee.
Men heeft het "betreurd" dat Spinoza zijn leer uiteen zette volgens "meetkundige methode", dat hij zijn levenswerk dien "overbodigen", sommigen zeggen "ongenietbaren" vorm gaf. Het lijkt alles zeer scherpzinnig en het zal wel zeer verheven zijn, zeggen deze lieden; maar het klinkt zoo nuchter, zoo koel, zoo erg klaar bewust.
Misschien wel om hem te toonen dat hij toch niet heelemaal verdwaald was, bracht Wolfgang hem in aanraking met zijn vriendin Klettenberg, die hij weldra de Sabbath van zijn reis noemde. En hij begon een antwoord op die voor hem albeheerschende vraag te vinden in Spinoza.
Niettemin zijn uit dat proletariaat tal van genieën opgestaan: Spinoza, Fichte, Goya, Edison, Rembrandt, Thorwaldsen en zoovele anderen. Een eigenaardigheid van ieder tijdvak is, dat het zich beschouwt als bijzonder overgegeven aan de zinnelijkheid.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek