Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 mei 2025


Den volgenden morgen reeds ten zes uur vertrok uit de kleine haven van Jona de Clorinda, een bevallig vaartuig van vijfenveertig of vijftig ton, dat bij een lichte noordwesterbries, met stuurboordshalzen over, zoo scherp mogelijk bij den wind de open zee trachtte te bereiken. De Clorinda had miss Campbell, Olivier Sinclair, broeder Sam, broeder Sib, juffrouw Bess en Partridge aan boord.

Hoe te beschrijven, wat er in hem omging toen hij een hemelsche stem hem hoorde antwoorden: »Mijnheer Olivier! mijnheer Olivier!" Miss Campbell was in leven. Maar op welke plek had zij zich buiten het bereik van het stormloopen der golven en dus in veiligheid kunnen stellen? Olivier Sinclair trachtte over het pad met alle voorzichtigheid de geheele Fingal's spelonk rond te kruipen.

De Engelschen, in 1647 het voornemen opgevat hebbende om de haven van l'Orient te bederven en op die wijze de Fransche Oostindische Maatschappij ten gronde te richten, zonden te dien einde een vloot af, aan boord waarvan zich de Generaal Sinclair bevond met 7000 man landingstroepen. Aan de kust van Bretagne geland, eischt Sinclair l'Orient op, dat zich overgeeft zonder tegenweer.

»Wat?.... Olivier.... gij wist!...." stamelde miss Campbell, met uiterst zwakke stem. »Ja, lieve!.... en ik voel heden mijn schuld!.... O! ik zal u uit de Fingal's grot redden!" Maar hoe kon Olivier Sinclair van redding spreken in een oogenblik, dat de watermassa met geweld aan den voet hunner schuilplaats neerplofte!

Het balanceerde een ondeelbaar oogenblik, ter hoogte bijna van het bovenplat van het eiland, op den rug van dien vloeibaren berg. Toen ontstond een schrikkelijk diepe voor, tot aan den voet der grot, en werd Olivier Sinclair in schuine richting voortgestuwd, alsof hij de hellingen van een machtigen waterval afdaalde. Een kreet van schrik ontsnapte aan al de getuigen van dit vreeselijk tooneel.

Olivier Sinclair wendde zich toen tot den pedanten geleerde: »Mijnheer," zei hij, »ik denk dat uw verhandeling nopens den Groenen Straal voorzeker belangrijk zal zijn; maar veroorloof mij u op een anderen arbeid te wijzen, die misschien nog belangwekkender is." »En welke dan, mijnheer?" vroeg Aristobulus Beerenkooi, terwijl hij zich op zijn hakken verhief, evenals een haan op zijn sporen.

Misschien liet Aristobulus Beerenkooi daarover eenige verwondering blijken, Olivier Sinclair vond dat heel natuurlijk. Hij had zelfs reeds eenige genegenheid opgevat voor die beide dienaren, die ook hem begonnen lief te krijgen. Toen leidde dat gezin het oude Schotsche bestaan in zijn geheele eenvoudigheid.

»Wij zijn reeds naar het eiland Seil gegaan, om dien Straal waartenemen, maar een klein wolkje benevelde de kim, juist op het oogenblik toen de zon onderging." »Dat was een ware noodlottigheid!" »Ja, inderdaad een noodlottigheid, mijnheer Sinclair; want sedert dien dag hebben wij geen volmaakt helderen dampkring meer gehad." »Wij moeten den moed niet laten zakken, miss Campbell.

Miss Campbell zat overgelukkig met den niet minder gelukkigen Olivier Sinclair en de gebroeders Melvill, die zich ook al vroolijk en tevreden gevoelden in het rijtuig, dat hen over den schilderachtigen weg naar Glachan voerde.

Eindelijk waren de twee ooms er toe overgegaan hen aan elkander voor te stellen. »Mijnheer Aristobulus Beerenkooi, van Dumfries!" »Mijnheer Olivier Sinclair, van Edinburg!" Die plichtpleging had den beiden jongelieden een middelmatigen groet gekost, een van die eenvoudige hoofdbuigingen, waaraan het lichaam in een bovenmatige stijve houding geen deel neemt.

Woord Van De Dag

wanordelijkheden

Anderen Op Zoek