United States or Egypt ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij was blijkbaar de hoofdman, want schuw traden de anderen terug, zoodra zij hem gewaar werden. Het was iemand van een gedrongen, krachtige gestalte, met zwart krullende lokken en een zwaren baard die hem tot op de borst neerhing. In zijn fraai gevormd, mannelijk gelaat schitterden een paar zwarte oogen, waarvan de blik iemand tot in de ziel drong.

Op eenmaal wendde zij het hoofd om en zag Johannes. 'Dag jongetje! zeide zij en knikte vriendelijk. Weer tintelde het Johannes van het hoofd tot de voeten. Dat waren Windekind's oogen, dat was Windekind's stem. 'Wie zijt ge? vroeg hij. Zijn lippen beefden van aandoening. 'Ik ben Robinetta! en dit is mijn vogel. Hij zal niet schuw voor je zijn. Hou je van vogels?

Het was grappig, hoe blij de vrouwen waren, als ik haar een paar haarspelden ten geschenke gaf. Ze schenen te meenen, dat ik ze in mijn hoofd stak als in een speldenkussen. Eerst waren de vrouwen nog al schuw, want ze wisten niet heel zeker, of ik een man was of een vrouw. Een van haar kwam eens onder mijn hoed kijken en toen ze het lange haar zag, kwam ze tot het besluit, dat ik een vrouw was.

Het joodje, klein en schuw in het licht, drensde nog voort, zwaklijke stem haast gedoofd door 't wringend gesuis van het ijzer der assen en wielen. De potjongen, bleek en met vuile vegen, grijnsde 'm toe, stampend het boort in de mortier, die hel henen lachte over 't lawaai. "Kom nou heerè, heerè, heerè! D'r wordt wat verkoch!".....

Rusteloos, beweeglijk, listig, ja zelfs buitengewoon schuw van aard, verschaft hij den mensch door zijn werkzaamheid veel genoegen, maar ook veel ergernis. Hij neemt tot tijdverdrijf allerlei standen aan en bootst de meest verschillende geluiden voortreffelijk na.

Het gezicht, het gehoor en het gevoel zijn hunne meest ontwikkelde zinnen. Zij hebben, naar het schijnt, zwakkere geestvermogens dan hunne Tandendragende verwanten. Alle Baardendragende Cetaceën zijn vreesachtig, schuw en tot vluchten geneigd; zij leven daarom onderling en waarschijnlijk ook met de meeste andere zeedieren in vrede.

Sterndale noemt het schuw en zegt dat het een verborgen leven leidt, maar dat het, jong gevangen, goed getemd kan worden en zeer gehecht wordt aan zijn verzorger. Met deze soort is men het vroegst bekend geworden. De reizigers spraken reeds weinige jaren na de ontdekking van Amerika over een daar levend, groot dier, dat zij voor een Nijlpaard hielden en daarom Hippopotamus terrestris noemden.

Hoe eenzamer de streek is, des te talrijker zijn de door hen gevormde kudden of familiën; hoe minder zij met den mensch in aanraking komen, des te minder argwaan toonen deze dieren, die in de bewoonde oorden buitengewoon schuw zijn. De Robben hebben een nachtelijke levenswijze. Den dag brengen zij het liefst op het land door; zij slapen, of koesteren zich in de zon.

Het Kneutje verdient een plaats onder de lieftalligste en bekoorlijkste, inheemsche Vinken, zonder nog te rekenen, dat het door zijn gezang een der meest gewilde kooivogels is. Gezellig, opgewekt, levendig en tamelijk schuw van aard, zijn de Kneutjes buiten den broedtijd altijd tot kleine en groote vluchten vereenigd.

Hierdoor is het mogelijk, dat het stemorgaan de luide tonen voortbrengt, die de leden dezer groep kenmerken. Deze Vogels bewonen de oerwouden van Zuid-Amerika, voeden zich uitsluitend of bijna uitsluitend met saprijke vruchten, leven in den regel eenzaam, slechts bij uitzondering gezellig, zijn traag en dom, maar tevens schuw en vreesachtig.