Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 mei 2025
Twee of drie verkoopers haasten zich, onze coupé binnen te treden en werpen inderhaast op onze knieën enkele van die kunstvoorwerpen, waarvan ze ons den prijs in de ooren schreeuwen.
In deze hoop bukte zij over de leuning heen en tuurde naar het gewoel op den oever, terwijl een troep menschen tusschen haar en haar kind drong. "Nu is het uw tijd," zeide Haley, het slapende kind opnemende en aan den vreemdeling overgevende. "Maak hem niet wakker en laat hem niet schreeuwen; anders hebben wij den drommel maar last met de meid."
Nu komt zijn moeder bij hem. "Kom mee," zegt ze. "Zie eens hoe Palermo schittert van licht, 't moet zeker een koning zijn, die heden verwacht wordt. Kom mee om Palermo te zien." Hij denkt na. Neen, hij gelooft niet dat de koning Palermo heden bezoekt. Maar hij waagt het niet iets anders te denken, nu niemand, zelfs niet zijn moeder.... Opeens schreeuwen allen op de stoomboot luid.
In stede van hier te blijven beven, ga, zoek naar mijnheer Willem, gij zult hem vinden en van uwe ijdele benauwdheid verlost worden." "Gij meent het, Peternelle? O, mocht gij u niet bedriegen! Ik ga, ik loop, ik zal het gansche kasteel en zijne omstreken doorzoeken, en roepen en schreeuwen.... maar, eilaas, ik vrees, dat het er weinig zal aan helpen. Arme jongen, arme jongen!"
»Meneer Bumble!« riep de zedige dame fluisterend, want zij was zóó ontsteld, dat ze haar stem er door verloren had, »Meneer Bumble, ik ga schreeuwen!« Mr. Bumble gaf geen antwoord, maar legde langzaam en waardig zijn arm om de taille van juffrouw Corney.
Er liep voor elk huisje een stukje straat, daar kon je fijn op tollen, al was 't wat smal. Onderaan den dijk had je niet zoo'n last van den wind, maar ze moesten toch soms schreeuwen om elkaar te verstaan. Ze pikten elkaar en lieten de tol in kuiltjes loopen en vermaakten zich, totdat moeder riep, dat Bart moest komen eten, omdat vader thuis was. "Het is een mooie tol, vader.
De kornel begon hard te schreeuwen van angst; maar de Tonkawa-hoofdman stoorde zich niet aan zijn geschreeuw, vatte hem bij zijn voorhoofds-haar en sneed met vlugge en vaste hand zijn beide oorvleugels af, die hij in de rivier smeet. "Ziezoo!" zei hij. "Tonkawa zich nu gewroken; dus nu wegrijden." "Nu?" vroeg Old Firehand.
Zij hadden 't paard met het verbrijzeld stuk lemoen zien hollen; zij wilden vragen, hooren, kijken. Een jonge man kwam buiten adem toegesneld uit de richting van het dorp. "Hij 'n es niet deud! Hij leeft nog, maar hij es wried geschonden! Ze brijngen hem op 'n berrie!" hoorde Rozeke hem van verre schreeuwen. Akelig klonk die ramptijding in 't mistig-sombere van den killen avond.
Meneer Kuyper had een hondje. Ik hoorde het blaffen. Weg was mijn rust. Voor iederen hond was ik bang. Nu stond ik doodsangsten uit, dat het dier in de gang zou komen. Daar had je de ellende al. Een deur ging open. Blaffend kwam het keffertje er uit en rende natuurlijk aanstonds naar mijn beenen. Ik drong me, in angst, tegen den muur aan, en begon luid te schreeuwen.
En schreeuwen, schreeuwen dat het kind deed, neen maar, 't ging Diks verwachting verre te boven. Ook grootmoeder en grootvader keken het wichtje met verwondering aan, want zoo dun en mager hadden zij nog nooit een kind gezien. Dik sloeg van verbazing de handen ineen, en riep uit: "Neen maar, wat een wonderlijk mager kind is dat! 't Is veel te dun!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek