United States or Morocco ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bekker schudde van nee. Maar Bavink en Hoyer schreeuwden, dat ze gezien hadden, dat er iets boven stond. Een burgerheer zei: "Opscheppers" tegen den man, die aan de deur z'n kaartje knipte. Bavink had 't papier te pakken, Wat stond er boven? Natuurlijk? "Aan haar." Dat had ik zóo wel geweten. Bavink vond dat er een schepje op de kachel moest, maar kon de kolenschep niet vinden.

"Men toonde ons Uwe Hoogheid voor de vensters van 't paleis. Toen was 't eerst een leven: de trompet schalde nog luider en wij allen schreeuwden onze kelen heesch met "Leve de Prins!"

De mannen in de galerij hadden hunne jassen en vesten uitgetrokken en over de balustrade gehangen. Zij schreeuwden elkaâr over en weêr toe, deelden hunne china'sappelen met de viezig opgedirkte meisjes naast hen. Een paar vrouwen gilden en lachten in de pit. Haar stemmen klonken ruw en schel. Geluiden van ontkurkende flesschen kwamen van het buffet.

De jongens schreeuwden triomfantelijk en voort ging het. Handelt over Mr. Fang, den politie-rechter, en geeft een klein staaltje van de wijze waarop hij gerechtigheid oefende. De misdaad was gepleegd binnen het district en zelfs in de onmiddellijke nabijheid van een der voornaamste bureaux van politie.

Plotseling verschenen twee, in wit satijn, rijk met goud geborduurd, gekleede mannen; uit hun gekleurde hoofddoek hing achter op den rug een lange staart, ofschoon het geen Chineezen waren. Zij vlogen voor een rijtuig aan en schreeuwden iets in 't Arabisch, wat beteekent "maak ruimte" of "ga uit den weg".

Toen kwamen een paar ruwe kerels nader en schreeuwden dreigend: Weg met de boschvrouw! en wierpen hun mutsen tegen den grond. Elze richtte zich hoog op. Gaat opzij mannen! riep ze gebiedend, staande als een witte lelie boven de opgewonden menigte. Ik ben niet alleen prinses Elze, maar ook een vrouw! Wie van u zal zoo laf zijn een vrouw kwaad te doen, die u nooit iets misdeed?

Ze keken me nieuwsgierig aan, liepen heen en weer, klommen in de boomen en schreeuwden mekaar toe. Toevallig keek ik om, en zag nog net bijtijds dat een heele troep van dat smerige goedje me sluipend van achteren naderde. Ze bleven nog wel op een tamelijke distantie, maar 't beviel me maar niemendal dat ik er zoo langzaam aan door ingesloten werd.

Zij sloegen op hunne borst en schreeuwden van vrees. Zijn bloed was op hen gekomen! De geboren Jeruzalemmer, de vreemdeling, priester, leek, Sadduceër en Farizeër, allen tuimelden over en door elkander. Riepen zij tot God, zoo antwoordde de verwoede aarde in toorn en behandelde hen allen gelijkelijk, het bloed van den Nazarener was over hen allen gekomen!

"Wij willen immers!" schreeuwden de joden. "Mooi zoo!" zeg ik. "Gaat dan nu één voor één naar boven, naar de witte zaal; dáár zit Zijne Majesteit de koning op den troon; en legt daar één voor één uw geld voor de trappen van den troon neder." Als zij allen boven geweest zijn, ga ik ook naar boven. "Wel!" zeg ik, "Uwe Majesteit, hoe is 't nu?" "Opperbest, mijn lieve raadsheer!" zegt hij.

Toen hij rondkeek zag hij een aantal katten, die dansten en gilden en schreeuwden, en herhaaldelijk hoorde hij de woorden: "Vertel het niet aan Shippeitaro" Tegen middernacht verdwenen de katten plotseling, er heerschte stilte in den vervallen tempel, en onze krijgsman was in staat zijn slaap te hervatten.